Grondwetsherziening
Op voorstel van de heer Guy Verhofstadt, Eerste Minister, heeft de Ministerraad het ontwerp van verklaring tot grondwetsherziening goedgekeurd.
Op voorstel van de heer Guy Verhofstadt, Eerste Minister, heeft de Ministerraad het ontwerp van verklaring tot grondwetsherziening goedgekeurd.
In totaal worden 61 voorstellen tot wijziging gedaan. Zij slaan op: 1. De hervorming van het tweekamerstelsel zoals afgesproken in het akkoord Politieke Vernieuwing van 26 april 2002, waarbij de Kamer de emanatie kan worden van de federale besluitvorming en de Senaat exclusief kan worden samengesteld op basis van afvaardigingen van gewesten en gemeenschappen. 2. De mogelijkheid om de in de grondwet voorgeschreven termijnen van bijeenkomst en ontbinding van Kamer en Senaat te herzien. Zo krijgt de volgende grondwetgever de kans de datum waarop de Kamers ieder jaar van rechtswege bijeenkomen te vervroegen. De ontbinding van de Kamer hoeft in de toekomst, zo de grondwet gewijzigd wordt, niet automatisch de ontbinding van de Senaat - die immers samengesteld wordt vanuit de parlementen van gemeenschappen en gewesten die om de vijf jaar worden verkozen - tot gevolg te hebben. Tegelijk wordt de kans gecreëerd om de duur van een legislatuur in de Kamer te wijzigen. 3. De versterking van de democratie. Zo wordt de mogelijkheid gecreëerd de leeftijd voor verkiesbaarheid te verlagen tot 18 jaar. De gewesten kunnen de bevoegdheid krijgen gewestelijke volksraadplegingen te organiseren voor de aangelegenheden waarin zij bevoegd zijn. En ze kunnen de bevoegdheid krijgen om zelf de verkiezing van binnengemeentelijke territoriale organen te regelen. 4. De versterking van het toezicht op het bestuur. Zo ontstaat de mogelijkheid om internationale rechtscolleges - zoals bijvoorbeeld het Internationaal Strafgerechtshof - in de grondwet op te nemen, om de bevoegdheden van het Arbitragehof - dat de benaming Grondwettelijk Hof zou krijgen - uit te breiden, en om de wetgever toe te laten bijkomende bevoegdheden aan het Rekenhof toe te kennen. 5. De mogelijkheid om de constitutieve autonomie toe te kennen aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - met een tweederde meerderheid en een meerderheid in beide taalgroepen als sleutel - en aan de Duitstalige Gemeenschap. Daarnaast kan de term ,,Raad'' in de Grondwet gewijzigd worden in ,,Parlement''. 6. De mogelijkheid om de procedure van herziening van de Grondwet te wijzigen. Tot het geheel behoren ook vijftien bepalingen die werden overgenomen van de Verklaring tot grondwetsherziening van 1999, waaronder de uitbreiding van de waarborgen van de drukpers tot andere informatiemiddelen of de afwijkingen op de integrale voorlezing van vonnissen door de rechter. Er zijn ook dertien nieuwe voorstellen die onder meer de grondwettelijke verankering van de afschaffing van de doodstraf, de versterking van de bescherming van gehandicapten en de uitbreiding van de rechten van het kind mogelijk moeten maken. Het ontwerp zal nu bij Kamer en Senaat worden ingediend voor bespreking. Het zal, samen met de Verklaring van de twee andere takken van de wetgevende macht opnieuw besproken worden op de ministerraad van vrijdag 4 april. Na ondertekening door het Staatshoofd zal het dan gepubliceerd worden in het Staatsblad van 8 april, waarna de Kamers van rechtswege ontbonden zullen zijn.