Adviesorganen van het RIZIV
Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit (*) goed rond de duur van de mandaten die toegekend worden in bepaalde adviesorganen van het RIZIV.
Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit (*) goed rond de duur van de mandaten die toegekend worden in bepaalde adviesorganen van het RIZIV.
Ter herinnering: de mandaten die worden toegekend aan de personen die zetelen in de betrokken adviesorganen duren zes jaar (**). Om de vier jaar worden echter verkiezingen georganiseerd die de vertegenwoordiging regelen van de beroepsorganisaties van geneesheren, tandartsen en kinesitherapeuten in deze adviesorganen (***). De mogelijkheid van een gelijkaardig verkiezingsmechanisme voor de representatieve beroepsorganisaties van andere zorgverleners wordt eveneens voorzien (****). Het ontwerp heeft tot doel de duur van het verleende mandaat af te stemmen op de regelmaat waarmee de verkiezingen plaatsvinden en dit voor de adviesorganen waarin vertegenwoordigers zetelen van geneesheren, kinesitherapeuten en tandartsen. Het ontwerp betreft het geheel van de mandaten verleend aan de leden van deze organen. (*) tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. (**) koninklijk besluit van 3 juli 1996. (***) artikel 211 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994, § 1. (****) artikel 211 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994, § 2.