Wijziging van het Gerechtelijk Wetboek
Op voorstel van de heer Marc Verwilghen, Minister van Justitie, keurde de Ministerraad, in tweede lezing (*) en na advies van de Raad van State, een voorontwerp van wet goed dat sommige bepalingen wijzigt van het tweede deel van het Gerechtelijk Wetboek.
Op voorstel van de heer Marc Verwilghen, Minister van Justitie, keurde de Ministerraad, in tweede lezing (*) en na advies van de Raad van State, een voorontwerp van wet goed dat sommige bepalingen wijzigt van het tweede deel van het Gerechtelijk Wetboek.
De voorgestelde aanpassingen betreffen doorgaans zeer punctuele problemen. Een aantal wijzigingen betreffen de Hoge Raad voor Justitie. Momenteel voorziet het Gerechtelijk Wetboek in het opstellen van een waaier van verslagen door diverse gerechtelijke autoriteiten. Hier wordt paal en perk aan gesteld door het invoeren van een enkel verslag voor iedereen. De benoemingsprocedure wordt verfijnd. Vroeger werd geen enkele regel voorzien als een korpschef zijn ambt voortijdig neerlegde; deze leemte wordt nu opgevuld. Het hoorrecht voor kandidaten voor aanwijzing tot korpschef door de Hoge Raad voor Justitie wordt omgevormd tot een hoorplicht door de Hoge Raad. (*) zie bericht nr. 5 van 22 februari 2002.