29 feb 2008 10:46

Comité voor de evaluatie van de medische praktijk inzake geneesmiddelen

Ontslag en benoeming van leden van het comité voor de evaluatie van de medische praktijk inzake geneesmiddelen

Ontslag en benoeming van leden van het comité voor de evaluatie van de medische praktijk inzake geneesmiddelen

De ministerraad keurde drie ontwerpen van koninklijk besluit goed die minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Laurette Onkelinx voorstelde over het ontslag en de benoeming van leden van het Comité voor de evaluatie van de medische praktijk inzake geneesmiddelen.

Het eerste ontwerp benoemt mevrouw E. Macken en de heer A. Bourda als vertegenwoordiger van verzekeringsinstellingen. Ze vervangen de heer C. Van Bremt en mevrouw A. Van de Vijver, aan wie eervol ontslag wordt verleend.

Het tweede ontwerp benoemt vanaf 30 september 2007 mevrouw N. Schuhmann en de heer Ph. Ehlinger als vertegenwoordiger van de representatieve beroepsorganisaties van tandheelkundigen.

Het derde ontwerp benoemt als vertegenwoordiger van de representatieve beroepsorganisaties van het geneesherenkorps:

vanaf 31 januari 2007

erkende huisartsen:

  • dr Marcel Bauval
  • dr Gilbert Schraepen
  • dr Wim Schrooyen
  • dr Michel Vermeylen

geneesheer-specialisten:

  • dr Jacques Gerard
  • dr Jean Creplet
  • dr Gustaaf Putzeys
  • dr Pierre Van Hoorde

vanaf de dag van publicatie in het staatsblad

erkende huisartsen:

  • dr Serge Boulanger
  • dr Mark De Roeck als vervanger van dr Herman Haerens

geneesheer-specialist:

  • dr Johan Bockaert als vervanger van dr Bernard Georges

Het comité is opgericht bij de dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Het comité:

  • geeft advies over de registratie, de inzameling en het gebruik
    van statistische gegevens over de terugbetaalbare farmaceutische specialiteiten die dokters voorschrijven,
  • stelt de methodologie vast om die gegevens te evalueren en past ze toe, zodat de voorschrijvende arts over de gegevens beschikt waarmee hij zijn voorschrijfgedrag kan situeren ten opzichte van dat van zijn collega's, 
  • organiseert ten minste twee maal per jaar een consensusvergadering die als doel heeft om de medische praktijk van geneesmiddelen in een bepaalde sector te evalueren en om aanbevelingen te formuleren voor alle voorschrijvende artsen,
  • formuleert richtlijnen voor de organisatie van een collegiale toetsing door artsen die dezelfde soort geneesmiddelen voorschrijven en door artsen binnen dezelfde regio, 
  • deelt jaarlijks zijn activiteitenrapport mee aan de minister voor Sociale Zaken en Volksgezondheid, de Algemene raad, het Verzekeringscomité en de Geneesmiddelencommissie, 
  • definieert de indicatoren en de drempels zoals bedoeld in artikel 73, §§ 2  en 3, van dezelfde gecoördineerde wet van 14 juli 1994.