Hervorming van de gerechtelijke stage
Professionalisering van de gerechtelijke stage en verbetering van het opleidend luik
Professionalisering van de gerechtelijke stage en verbetering van het opleidend luik
Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed ter wijziging van verschillende bepalingen van het Gerechtelijke Wetboek met betrekking tot de toegang tot de magistratuur. Een noodzakelijke hervorming De kwaliteit van de magistratuur is essentieel voor een goed rechtsbedeling. Magistraten moeten beschikken over zeer brede beroepsbekwaamheden, maar ze moeten ook vertrouwd zijn met de zeer diverse realiteit van het leven. De regels die de toegang tot de magistratuur organiseren moeten hen een ruime blik helpen geven op deze realiteit, hen doen openstellen voor gevarieerde ervaringen en hun technische kennis verhogen. Deze regels zullen dan ook strenger zijn, en meer oog hebben voor vorming. Welke hervorming? Momenteel bestaan er 3 toegangswegen tot de magistratuur: - Het toelatingsexamen, bestemd voor jonge juristen, dat toegang geeft tot de gerechtelijke stage - Het beroepsbekwaamheidsexamen, dat toelaat ervaren juristen rechtstreeks aan te werven en dat aangevuld met specifieke vormingscycli van functiewijzigingen. - Het mondeling evaluatieexamen (de zgn "3e toegangsweg"), bestemd voor advocaten die meer dan 20 jaar ervaring hebben aan de balie of voor beroepsmensen met 15 jaar ervaring aan de balie en minstens 5 jaar in een functie die een goede kennis van het recht vereist. Deze derde weg blijft ongewijzigd in het hervormingsvoorstel. De eerste twee toegangswegen maken een onderscheid tussen de toegang tot het Openbaar Ministerie en de Zetel. 1. Voor het Openbaar Ministerie Huidige situatie a. het beroepsbekwaamheidsexamen - slagen voor het examen - om benoemd te worden, 5 jaar aan de balie of 4 jaar 'gerechtelijke' functie b. de gerechtelijke stage - een jaar beroepservaring alvorens deel te nemen aan het examen - slagen voor het examen - 18 maanden stage waarvan 15 maanden bij het parket en 3 maanden in externe stage In de toekomst a. het beroepsbekwaamheidsexamen - om zich in te schrijven voor het examen: bewijs van beroepservaring van 7 jaar - slagen voor het examen - beginopleiding van 3 maanden - gedurende 12 maanden, verplichting tot beroepsopleiding b. de gerechtelijke stage - twee jaar beroepservaring alvorens deel te nemen aan het examen - slagen voor het examen - 36 maanden stage waarvan 18 maanden bij het parket en 18 in externe stage, waarvan 6 maanden bij de FOD Justitie, 6 maanden bij de politie en 6 maanden in externe stage, bijvoorbeeld bij de balie 2. Voor de Zetel Huidige situatie a. het beroepsbekwaamheidsexamen - slagen voor het examen - om benoemd te worden, 12 jaar aan de balie of 5 jaar 'gerechtelijke' functie b. de gerechtelijke stage - een jaar beroepservaring alvorens deel te nemen aan het examen - slagen voor het examen - 36 maanden stage waarvan 15 maanden bij het parket, 6 maanden in externe stage en 15 maanden bij de zetel In de toekomst a. het beroepsbekwaamheidsexamen - om zich in te schrijven voor het examen: bewijs van beroepservaring van 7 jaar - slagen voor het examen - beginopleiding van 3 maanden - gedurende 12 maanden, verplichting tot beroepsopleiding b. de gerechtelijke stage - twee jaar beroepservaring alvorens deel te nemen aan het examen - slagen voor het examen - 48 maanden stage waarvan 15 maanden bij het parket , 15 maanden bij de zetel en 18 in externe stage, waarvan 6 maanden bij de FOD Justitie, 12 maanden in externe stage binnen verschillende instellingen zoals de balie of de gerechtelijke nationale, Europese of internationale instelling 3. Een professionele opvolging van de stages Momenteel staat de stagiair onder toezicht van twee stagemeesters (de ene bevoegd voor het parket, de andere voor de zetel) die verantwoordelijke zijn voor zijn opleiding. De stagemeesters maken een omstandig verslag op over de stadia van de opleiding. Het ontwerp stelt de oprichting voor van de Commissie voor de evaluatie van de stage, binnen de Hoge Raad voor de Justitie. De commissie wordt samengesteld uit 5 personen: 2 magistraten die worden geselecteerd door de HRJ uit de magistraten die geen lid zijn van de HRJ; 2 deskundigen inzake opleiding, pedagogie of arbeidspsychologie; de directeur-generaal van het DG Rechterlijke Organisatie of zijn vertegenwoordiger. Deze commissie zal: - de indeling vastleggen van de stage en het stageprogramma bepalen; - de stagiair opvolgen; - de verslagen ontvangen; - de Minister van Justitie adviseren over de stage of voorstellen formuleren over een veranderde toewijzing (parket/zetel), of nog adviseren om de stage vroegtijdig stop te zetten; - een finaal verslag opmaken over de stage; - advies uitbrengen tijdens de evaluatie van de stagemeesters. 4. De opleiding van de stagemeesters Elke stagemeester krijgt een specifieke opleiding op voorstel van de HRJ. Die zal elke 4 jaar moeten worden gereactualiseerd. Op deze wijze zullen zowel de stagiair als de stagemeesters beter omkaderd worden en zullen ze zich moeten inschrijven in een permanent opleidingsproces, dat wordt georganiseerd door de Hoger Raad voor de Justitie.