Technische en wetenschappelijke politie
Toekenning van de hoedanigheid van officier van de gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings
Toekenning van de hoedanigheid van officier van de gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings
De Ministerraad keurde in tweede lezing het voorontwerp van wet goed tot wijziging van de wet (*) tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, meer bepaald wat de technische en wetenschappelijke politie betreft. De heer Patrick Dewael, Minister van Binnenlandse Zaken, stelde het voorontwerp voor. Het voorontwerp van wet (**) kent de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings (OGPHPK) toe aan bepaalde leden van het administratief en logistiek kader (Calog) van de directie van de technische en wetenschappelijke politie en van de laboratoria van de technische en wetenschappelijke politie van de gedeconcentreerde gerechtelijke diensten van de federale politie. Een tweede categorie van specifieke personeelsleden van Calog krijgt nu de hoedanigheid van OGPHPK. Het gaat om de personeelsleden die om hun specifieke autidieve bekwaamheden, als gevolg van blindheid of slechtziendheid, aangeworven zijn om telefoongesprekken af te luisteren in de tapkamers van de politiediensten. Hierdoor is de operationele capaciteit verhoogd (meer blauw op straat dankzij de aanwerving van meer calogpersoneel) en verhoogt de kwaliteit van het werk dankzij het gekwalificeerd calogpersoneel. De toekenning van de hoedanigheid OGPHPK maakt het voor de Calog-personeelsleden mogelijk om de hun toevertrouwde opdrachten alleen uit te voeren en hun vaststellingen en opsporingen in processen-verbaal vast te leggen. Bijgevolg kunnen de politieambtenaren met de hoedanigheid OGPHPK die momenteel die personeelsleden moeten vergezellen zich vrijmaken voor andere taken. Als antwoord op de opmerkingen van de Raad van State zullen de OGPHK hun opdracht onder het toezicht van de procureur generaal uitvoeren. (*) van 7 december 1998. (**) dat tegemoetkomt aan de wens geuit op de Bijzondere Ministerraad van 30 en 31 maart 2004.