Bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen
De Ministerraad keurde in tweede lezing een ontwerp van koninklijk besluit goed tot wijziging van het koninklijk besluit (*) betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen.
Het ontwerp is een voorstel van de heer Marc Verwilghen, Minister van Energie.
De Ministerraad keurde in tweede lezing een ontwerp van koninklijk besluit goed tot wijziging van het koninklijk besluit (*) betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen. Het ontwerp is een voorstel van de heer Marc Verwilghen, Minister van Energie.
Het ontwerp werd aangepast aan het advies van de Raad van State. Het ontwerp brengt volgende wijzigingen aan: - de minimumprijs voor de productie van offshore windenergie opgewekt met installaties die het voorwerp uitmaken van een domeinconcessie ten belope van de eerste 216 MW wordt verhoogd van 90 euro/MWh naar 107 euro/MWh. - de aankoopverplichting van de groenestroomcertificaten voor de netbeheerder voor offshore energie bedraagt twintig jaar. Voor de andere hernieuwbare energiebronnen is dit 10 jaar. - de aankoopverplichting gedurende twintig jaar van de groenestroomcertificaten tegen de voormelde prijzen voor elektriciteit geproduceerd via windenergie opgewekt met installaties die het voorwerp uitmaken van een domeinconcessie. Het voorstel van contract wordt aan de CREG ter goedkeuring voorgelegd. De verhoging van de minimumrprijs per groenestroomcertificaat en de uitbreiding van de duurtijd van de aankoopverplichtingen hebben tot doel de ontwikkeling van offshore windmolenparken te stimuleren. Ze zijn ook nodig gezien de beslissing van de regering, eind 2003, om slechts domeinconcessies toe te staan vanaf een twintigtal km verwijderd van de kust, omwille van milieuredenen. Dit verhoogt de installatie- en de onderhoudskosten. (*) van 16 juli 2002.