Museum van Europa
De Ministerraad nam verschillende beslissingen over de Belgische bijdrage aan het Museum van Europa.
De Ministerraad nam verschillende beslissingen over de Belgische bijdrage aan het Museum van Europa.
De vzw Museum van Europa nam in 1997 het initiatief om in Brussel een museum op te richten. De bedoeling van het museum is een interpretatiecentrum van de geschiedenis van Europa te vormen dat erop gericht is om de Europese burgers in de historische logica van het Europese eenwordingsproces in te wijden. Het museum, dat deel uitmaakt van een netwerk van Europese musea, werd in zijn ontwerpfase ontwikkeld met de steun van een internationale oriëntatieraad en een internationale raad van directeurs van Europese musea. Voor de financiering verkoos men een driedubbele inbreng: van de Europese instellingen, de Belgische autoriteiten en de privé-sector. Het museum is gelegen in het nieuwe gebouw D4 van het Europees Parlement. De Ministerraad besliste het museum een bijdrage toe te kennen. * De financiële bijdrage: Tijdens het begrotingsjaar 2005 maakt men volgende bedragen vrij: - 783.000 euro vanuit het samenwerkingsakkoord Federale Overheid en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, - 100.000 euro vanuit de Nationale Loterij, - 200.000 euro vanuit de begroting Buitenlandse Zaken, - 100.000 euro vanuit de begroting Kanselarij. De Federale overheid zal ook tijdens de periode 2006-2009 een aanzienlijke bijdrage leveren. Die bevestigt ten opzichte van andere betrokken partijen duidelijk het engagement van de Belgische overheid om de bouw van het Museum te realiseren. * De tussenkomst inzake lasten: Men zal met het Europees Parlement en het Museum van Europa naar een regeling zoeken die het mogelijk maakt het museum van bepaalde lasten vrij te stellen op basis van een overeenkomst tussen het Europees Parlement en het Museum. Ook zal men een bijdrage vragen aan de Gemeenschappen, de Gewesten en de Europese Commissie.