Modernisering van het beroep van advocaat – Tweede lezing
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Justitie Paul Van Tigchelt in tweede lezing een voorontwerp van wet goed ter modernisering van het beroep van advocaat.
Het voorontwerp, aangepast aan het advies van de Raad van State, beoogt een aantal wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek en zet in op de modernisering van het beroep van advocaat op basis van drie pijlers:
De pijler 'opleiding en stage' omvat onder andere de hervorming van de beroepsopleiding. Zo zal voor 30 juni 2028 een nieuwe beroepsopleiding worden uitgewerkt, die plaats zal vinden vóór aanvang van de stageperiode. Daarnaast zullen de stageverplichtingen door de communautaire ordes worden vastgesteld met oog op uniformiteit en het vergemakkelijken van de mobiliteit van de stagiairs tussen de verschillende balies.
Binnen de pijler 'vrijheid en ondernemerschap' wordt een mogelijkheid ingebouwd voor de advocaat om het beroep als werknemer te kunnen uitoefenen.
De pijler 'toezicht en tucht' brengt een grondige hernieuwing van het tuchtrecht met zich mee. Zo bieden de wijzigingen ruimte voor een meer onafhankelijk tuchtonderzoek, wordt de positie van de stafhouder herijkt en krijgt ook de klager de nodige aandacht. Ook de procedures aangaande het weglaten van het tableau en de lijsten en de weigering van inschrijving door de raad van de Orde worden geactualiseerd.
Daarnaast worden er bijkomend diverse wijzigingen doorgevoerd.
Het voorontwerp wordt ter ondertekening voorgelegd aan de Koning met het oog op indiening ervan bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers.