Modernisering van de burgerlijke aansprakelijkheid op het vlak van kernenergie
De ministerraad keurt op voorstel van staatssecretaris voor Energie Melchior Wathelet een voorontwerp van wet goed dat de wet van 22 juli 1985 betreffende de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie wijzigt.
Het voorontwerp moderniseert het nucleaire wettelijke aansprakelijkheidsrecht. Het loopt parallel met de bekrachtiging van de Protocollen tot wijziging van de twee relevante internationale verdragen ter zake:
- het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 inzake de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie
- het Verdrag van Brussel van 31 januari 1963 tot aanvulling van het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 inzake de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie
Voor het Verdrag van Parijs zijn volgende punten belangrijk:
- een uitbreiding van de bedoelde installaties met de installaties voor definitieve opslag
- een uitbreiding van de definitie van nucleaire schade naar milieuschade en naar preventieve maatregelen
- een uitbreiding van het geografisch toepassingsgebied, onder andere ten gunste van de slachtoffers in staten, zelfs niet-verdragsluitende staten, die niet over kerninstallaties beschikken
- de keuze voor de euro als rekeneenheid
- een verhoging van de wettelijke aansprakelijkheid van de exploitant tot ten minste 700 miljoen euro (tegen 297 miljoen euro in de Belgische wetgeving). Voor België werd dit bedrag al op 1 januari 2012 tot 1,2 miljard euro opgetrokken.
- een verhoging van de minimumbedragen tot 70 miljoen euro voor de installaties die als beperkt risicodragend worden beschouwd en tot 80 miljoen euro voor transporten
- een verlenging tot 30 jaar in plaats van 10 jaar van de verjaringstermijn voor vorderingen tot vergoeding van lichamelijke schade
- de opheffing van de mogelijkheid om natuurrampen uit te sluiten
- de verplichting te voorzien in één enkel forum
Enkele van deze wijzigingen zijn al opgenomen in de Belgische wet van 22 juli 1985, bijvoorbeeld de dekking van natuurrampen, één enkel forum of de verjaringstermijn van 30 jaar. Door de inwerkingtreding van de Protocollen worden alle landen verplicht de voornoemde elementen na te leven. De schadeloosstelling van de slachtoffers in België van een kernongeval in het buitenland zal dus verbeterd worden.
In het kader van het Aanvullend Verdrag van Brussel, dat een stelsel regelt voor bijkomende dekking op basis van openbare middelen indien de verzekering van de exploitant onvoldoende blijkt, zijn volgende elementen belangrijk:
- de verhoging van de tweede schijf ten laste van de Staat van de installatie die aan de oorsprong ligt van de schade tot 500 miljoen euro (voor België wordt deze schijf opgeslorpt door die van de exploitant)
- de verhoging van de derde, internationale schijf van 125 miljoen BTR tot 300 miljoen euro