Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht betreurt de dodelijke slachtoffers en de gewonden die gisteren vielen in de Democratische Republiek Congo (DRC).
Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht betreurt de dodelijke slachtoffers en de gewonden die gisteren vielen in de Democratische Republiek Congo (DRC).
Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht betreurt de dodelijke slachtoffers en de gewonden die gisteren vielen in de Democratische Republiek Congo (DRC).
Brussel, 1 juli 2005 Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht betreurt de dodelijke slachtoffers en de gewonden die gisteren vielen in de Democratische Republiek Congo (DRC). «Zowel in de hoofdstad Kinshasa als in Goma en in de Kasaï provincie vielen gisteren slachtoffers. Ik wil in de eerste plaats mijn medeleven met alle nabestaanden uitdrukken. Deze spijtige gebeurtenissen stonden weliswaar niet steeds in verband met de symbolische datum van 30 juni, maar ze zijn wel een symptoom van het feit dat Congo een land is dat nog steeds een ontoelaatbaar niveau van geweld kent», aldus Minister De Gucht. De Minister vraagt om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de verschillende incidenten, hetgeen door de VN-vredesmissie in de DRC (MONUC) kan uitgevoerd worden. «Zowel de oppositie als de regering moeten nu blijk geven van sereniteit en gematigdheid in hun optreden. Bij betogingen, arrestaties en detentie moeten de mensenrechten en de regels van de rechtsstaat door de regering gerespecteerd worden. De oppositie moet van haar kant onnodige provocaties en oproepen tot geweld vermijden en zelfs veroordelen», volgens de Minister. «Ik wens er nogmaals de nadruk op te leggen dat het transitieproces in een heel delicate fase zit. Het verkiezingsproces moet volledig uitgevoerd worden. Geef na tientallen jaren aan het Congolese volk eindelijk de kans hun leiders te kiezen. Het verdient dit», aldus tot slot Minister De Gucht.