Minister Michel zal op 11 juli 2004 zijn Congolese, Burundese en Rwandese collega's ontmoeten
Minister Michel zal op 11 juli 2004 zijn Congolese, Burundese en Rwandese collega's ontmoeten
Minister Michel zal op 11 juli 2004 zijn Congolese, Burundese en Rwandese collega's ontmoeten
Brussel, 2 juli 2004 Vice-Premier en Minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel zal op 11 juli aanstaande een bijeenkomst organiseren met zijn Burundese, Congolese (DRC) en Rwandese collega's om te bestuderen hoe de samenwerking tussen deze drie landen in het kader van de CEPGL (Economische Gemeenschap van de landen van de Grote Meren) kan bevorderd worden, met als doelstelling de vrede en stabiliteit in de regio te versterken. Gesticht in september 1976, verenigt de CEPGL Congo, Rwanda en Burundi in een gemeenschappelijke instelling die vooral de economische integratie en het vrijmaken van het verkeer van goederen en personen tot doel heeft. "Er is een vicieuse cirkel van onderontwikkeling en oorlog: het conflict teert op de ontbering en omgekeerd. Het feit dat het wantrouwen en de slechte gevoelens de CEPGL practisch in de kiem gesmoord hebben is hiervan een illustratie", aldus Minister Michel. De Minister ziet in een reactivering van de economische regionale structuren een vitaal complementair gegeven bij het vredesproces en de bestaande transitie: "we zullen deze oorlog niet op een duurzame wijze kunnen stoppen indien de armoede en de uitstoting niet eveneens aangepakt worden of indien er geen vertrouwen gebouwd wordt en bruggen gelegd worden. De Europese Unie is uiteraard het meest geciteerde voorbeeld, maar van MERCOSUR tot SADC en ASEAN, wordt de deugd aangetoond van economische samenwerking in deze 4 continenten. Overigens zijn de Grote Meren steeds een geografisch gegeven geweest van handel en van ontmoeting, eerder dan natuurlijke grenzen; er is een ware economie van de Grote Meren", aldus Minister Michel. De Ministers zullen tijdens hun ontmoeting de economische (landbouw, energie) en sociale samenwerking bespreken die mogelijk zou kunnen worden in een heroplevende CEPGL, dit in samenspraak met vertegenwoordigers van de Europese Unie en van de Afrikaanse Unie.