Minister De Gucht veroordeelt de aanslag tegen de MONUC-troepen
Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht veroordeelt in de scherpste bewoordingen de aanslag van heden in Oost-Congo tegen VN-blauwhelmen (MONUC-operatie) waarbij 8 dodelijke slachtoffers en 14 gewonden te betreuren vielen. Volgens een persbericht van MONUC vond het incident plaats in het Garamba Park tijdens een operatie tegen de Oegandese rebellen van het Lord's Resistance Army, LRA).
Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht veroordeelt in de scherpste bewoordingen de aanslag van heden in Oost-Congo tegen VN-blauwhelmen (MONUC-operatie) waarbij 8 dodelijke slachtoffers en 14 gewonden te betreuren vielen. Volgens een persbericht van MONUC vond het incident plaats in het Garamba Park tijdens een operatie tegen de Oegandese rebellen van het Lord's Resistance Army, LRA).
Brussel, 23/01/2006. Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht veroordeelt in de scherpste bewoordingen de aanslag van heden in Oost-Congo tegen VN-blauwhelmen (MONUC-operatie) waarbij 8 dodelijke slachtoffers en 14 gewonden te betreuren vielen. Volgens een persbericht van MONUC vond het incident plaats in het Garamba Park tijdens een operatie tegen de Oegandese rebellen van het Lord's Resistance Army, LRA). Minister De Gucht herhaalt zijn oproep tegenover alle buitenlandse gewapende groepen die hun toevlucht zoeken tot de DRC om naar hun land terug te keren en zich in te schrijven in een vredesproces. "Congo heeft reeds te lang geleden van het overvloeien van conflicten in de buurlanden naar zijn eigen grondgebied," aldus Minister De Gucht. De Minister looft het belangrijke werk dat MONUC levert in de DRC. Ook de gewapende incidenten van afgelopen weekeinde in de provincie Noord-Kivu (Rutshuru) tonen aan dat het oosten van Congo instabiel blijft en dat de aanwezigheid van de internationale gemeenschap broodnodig is. "De blauwhelmen die het slachtoffer werden van deze aanval zijn van andere werelddelen gekomen om de vrede en de veiligheid in Congo te herstellen en de plaatselijke bevolking bij te staan. Hun overlijden is daarom des te tragischer" aldus tot slot de Minister.