Mama’s en papa’s familienaam gelijk voor de wet
Brussel, 28.11.2014 – Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen vraagt aan het Grondwettelijk Hof de vernietiging van een wetsartikel over de naamsoverdracht waarbij de vader over een vetorecht beschikt bij onenigheid tussen de ouders over de familienaam van hun kind. De bepaling discrimineert vrouwen.
De wet van 8 mei 2014 op de naamsoverdracht van de familienaam [1] laat ouders de keuze voor wat de familienaam van hun kinderen betreft: de dubbele familienaam, alleen de naam van de mama of alleen de naam van de papa. Wanneer de ouders het echter niet eens raken, of bij afwezigheid van een keuze, krijgt het kind automatisch de naam van de papa. De papa krijgt daardoor een vetorecht: hij kan vermijden dat het kind (ook) de familienaam van de mama krijgt. Het Instituut wil de wet graag verbeterd zien en pleit bij het Grondwettelijk Hof voor het vernietigen van deze discriminatie.
“Volgens welk principe zouden papa’s de mogelijkheid moeten hebben om de naam van de mama van hun kind te weigeren en hun eigen naam op te leggen?“ vraagt Liesbet Stevens-Van Ongeval, adjunct-directeur van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, zich af. “Het wordt tijd dat in onze democratische samenleving vrouwen en mannen als gelijken worden beschouwd en dat ze, formeel en concreet, dezelfde rechten hebben“ voegt zij eraan toe.
Het Instituut pleit ervoor om bij onenigheid tussen de ouders of bij afwezigheid van een keuze automatisch de dubbele familienaam te gebruiken, met een neutrale regel om de volgorde van de twee namen te bepalen.
Het Instituut strijdt daarmee verder voor een gelijke behandeling van vrouwen en mannen inzake naamsoverdracht. Deze strijd heeft steeds gesteund op deze vier redenen:
- het wegwerken van de discriminatie van vrouwen en het garanderen van een gelijke bescherming van het recht op privé- en gezinsleven,
- het ingaan tegen een patriarchale traditie,
- het vermijden van een machtsstrijd binnen relaties,
- het tegengaan van een voorkeur voor de geboorte of adoptie van een jongen eerder dan van een meisje.
“Wie de bestaansreden van deze wet in twijfel trekt, willen we er aan herinneren dat het principe van de gelijkheid van vrouwen en mannen in de Belgische grondwet zelf is ingeschreven. Dit principe moet ook in familiekring erkend worden. Wie de vraag stelt of deze wet aan een maatschappelijke behoefte beantwoordt, stelt in feite de vraag of gelijkheid van vrouwen en mannen aan een maatschappelijke behoefte beantwoordt“ voegt Liesbet Stevens-Van Ongeval toe.
De wet trad in werking en de eerste conflicten tussen ouders over de familienaam van hun kind(eren) duiken nu op. Al voor de wet in voege trad ontving het Instituut meerdere klachten, van vrouwen én mannen, wegens discriminatie omdat vrouwen hun naam niet aan hun kinderen konden doorgeven. Sinds de inwerkingtreding van de wet ontving de juridische dienst van het Instituut zowel vragen om informatie van ouders die meer willen weten over hun rechten als klachten van vrouwen omdat bij onenigheid tussen de ouders de naam van de papa wordt opgelegd.
Perscontact
Elodie Debrumetz-Dubreucq
Communicatieverantwoordelijke
E-mail : elodie.debrumetz@iefh.belgique.be
Tel. : 02 233 49 47
Gsm: 04 97 23 67 67
http://igvm-iefh.belgium.be
[1]De wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde voorziet dat: “Het kind wiens afstamming van vaderszijde en afstamming van moederszijde tegelijkertijd komen vast te staan draagt ofwel de naam van zijn vader, ofwel de naam van zijn moeder, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen. […] In geval van onenigheid of bij afwezigheid van keuze, draagt het kind de naam van de vader.”