Maatregelen om de overbevolking tegen te gaan en de personeelsbehoeften in te vullen.
Op voorstel van de heer Marc Verwilghen, Minister van Justitie, ging de Ministerraad akkoord met de volgende maatregelen om de overbevolking tegen te gaan en de personeelsbehoeften in te vullen.
Op voorstel van de heer Marc Verwilghen, Minister van Justitie, ging de Ministerraad akkoord met de volgende maatregelen om de overbevolking tegen te gaan en de personeelsbehoeften in te vullen.
1. De uitbreiding van het elektronisch toezicht met 150 eenheden (van 300 naar 450). - in 1999 waren er 30 plaatsen - deze regering heeft dit uitgebreid tot 300 plaatsen, wat ertoe geleid heeft dat in 2002, 1854 veroordeelden elektronisch toezicht hebben gekregen - nu wordt dit opgetrokken tot 450 plaatsen wat binnen eenzelfde toepassingsfeer er normaal zal toe leiden dat 3.150 veroordeelden in 2003 elektronisch toezicht zullen krijgen - Noteer dat het elektronisch toezicht heeft bewezen een succesvolle uitvoeringsmodaliteit van de straf te zijn met een zeer lage uitval (10%) 2. Onmiddellijke invulling van alle openstaande betrekkingen, statutaire en contractuele. - de Ministerraad heeft de middelen vrijgemaakt om alle openstaande betrekkingen, statutaire en contractuele, onmiddellijk in te vullen. Dit betekent dat het huidig personeelsbestand met 141 aanwervingen wordt versterkt. 3. Een voluntaristisch uitstroombeleid ten aanzien van buitenlandse gedetineerden, met het oog op hetzij berechting in het land van herkomst hetzij uitvoering van de straf in het land van herkomst. - De afgelopen maanden hebben de Minister van Justitie - hierin bijgestaan door de federale procureur - en de Minister van Binnenlandse Zaken samenwerkingsakkoorden afgesloten met een aantal Oost- en Centraal Europese landen met betrekking tot het overnemen van de strafvervolging van hun onderdanen die zich in België schuldig gemaakt hebben aan criminele feiten. Het gaat om de landen: Polen, Roemenië, Slowakije, Estland, Letland, Litouwen, Albanië. Met Rusland, Wit Rusland, Moldavië zijn gesprekken in voorbereiding. - De Oost- en Centraal Europese rondtrekkende dadergroepen zijn in België verantwoordelijk voor de helft van car- en homejackings, ramkraken, serie inbraken, diefstallen van voertuigen. Het afgelopen anderhalf jaar werden heel wat van die dadergroepen opgerold. Een aantal werden ondertussen veroordeeld, een aantal zitten in voorhechtenis. Momenteel hebben wij een 400 onderdanen uit de landen waarmee een samenwerkingsovereenkomst werd afgesloten in voorhechtenis. Het goede werk van politie en justitie voedt substantieel het overbevolkingprobleem. - De Procureur-Generaal van Gent, bevoegd voor internationale samenwerking, heeft een omzendbrief klaar om de procureurs des Konings ertoe te stimuleren gebruik te maken van art. 21 van het Europees Rechtshulpverdrag van 20 april 1959, nl. de aangifte of denonciatie met het oog op het uitlokken van een strafvervolging. Het is maar als de buitenlandse justitieautoriteiten zich bereid verklaren om de vervolging over te nemen dat het dossier en de betrokkene effectief worden overgedragen aan het land van herkomst. Let wel: de magistraat beslist in elk individueel geval! Ook als een onderzoeksrechter is aangesteld kan de raadkamer een vordering in die zin van het O.M. inwilligen. - Naast de aangifte met het oog op het uitlokken van de strafvervolging van buitenlanders die het voorwerp uitmaken van een opsporings- of gerechtelijk onderzoek is er de mogelijkheid tot overbrenging van buitenlandse veroordeelden met het oog op een strafuitvoering in het land van herkomst. Dit kan op basis van het Europees Verdrag van 28 mei 1970, inzake de internationale geldigheid van strafvonnissen, of op basis van het Europees Verdrag van 21 maart 1983, inzake de overbrenging van gevonniste personen, of op basis van bilaterale akkoorden. De Minister van Justitie zal alle mogelijkheden uitputten om in overleg met de landen van herkomst in Oost- en Centraal Europa, maar ook met Marokko en Algerije, gevonniste personen naar hun land van herkomst over te dragen met het oog op de uitvoering van hun straf. De onderliggende filosofie is dat een vervolging en berechting, of een strafuitvoering in het land van herkomst veel ontradender werkt dan een berechting of strafuitvoering in ons land.