Hoort bij Ministerraad van 11 juni 2021
Maatregelen betreffende de opleidingen van het operationeel personeel van de hulpverleningszones en de civiele bescherming als gevolg van de algemene coronamaatregelen
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden een ontwerp van koninklijk besluit goed houdende diverse maatregelen betreffende de voortgezette en permanente opleidingen van het operationeel personeel van de hulpverleningszones en de civiele bescherming, als gevolg van de algemene maatregelen tegen de bestrijding van COVID-19.
Het ontwerp beoogt derhalve om van 2020 een zogenaamd ‘nuljaar’ te maken.
Dit houdt het volgende in:
- voor wat betreft het jaar 2020 moeten personeelsleden van brandweer en civiele bescherming geen uren voortgezette opleiding, noch permanente opleiding volgen
- het geldelijke statuut van de brandweer en de civiele bescherming wordt aangepast zodat de bevordering in weddeschaal kan doorgaan, zelfs als de voorwaarde van 24 uur voortgezette opleiding voor 2020 niet ingevuld wordt
- de uren die al wel gevolgd werden, in het kader van de voortgezette opleiding, blijven wel geregistreerd voor de referentieperiode van vijf jaar voor het brandweerpersoneel. De personeelsleden van de civiele bescherming die meer dan 24 uur zouden gevolgd hebben in 2020 kunnen dat saldo overdragen naar 2021
- de getuigschriften gaspakdrager en duiker waarvan de geldigheidsduur van drie of vijf jaar verstrijkt en waarvoor het examen, de opleiding of de training niet konden plaatsvinden, worden met één jaar verlengd
- er wordt noodzakelijkerwijs retroactieve werking gegeven aan deze maatregelen, aangezien deze situatie niet op voorhand kon worden voorzien
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.