Justitie: invoeren van een regeling voor spijtoptanten
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Justitie Koen Geens een voorontwerp van wet goed dat het Wetboek van Strafvordering wijzigt om wettelijke bepalingen rond spijtoptanten in te voeren.
Het voorontwerp voert een algemene wettelijke regeling voor spijtoptanten in het kader van de bestrijding van de zware en georganiseerde criminaliteit in. Een dergelijke regeling ontbreekt op dit ogenblik in het Belgische strafrecht.
De spijtoptant is een persoon die van een misdrijf verdacht wordt, of in verdenking is gesteld voor, of beklaagde of beschuldigde is van, of veroordeeld is voor gelijk welk misdrijf en die substantiële, onthullende, oprechte en volledige verklaringen aflegt omtrent de gepleegde misdrijven. De verklaringen kunnen betrekking hebben op dezelfde feiten waarvoor de spijtoptant kan, wordt of werd vervolgd, maar kunnen ook betrekking hebben op andere feiten waarvoor de spijtoptant niet kan worden vervolgd.
Door de spijtoptant en de procureurs des Konings wordt een memorandum ondertekend. Dit memorandum betreft een eenzijdige verklaring van de spijtoptant waarin hij toezegt bepaalde verklaringen te zullen afleggen, en een toezegging van de procureur des Konings over bepaalde voordelen in het kader van de strafvordering, de strafuitvoering of de detentie.
Elke toezegging van de procureur des Konings houdt rekening met de proportionaliteit van de toezegging ten aanzien van het gepleegde misdrijf en ten aanzien van het misdrijf waarover verklaringen worden afgelegd. Elke toezegging is opgenomen in het memorandum. De toezeggingen zijn gedifferentieerd en hebben betrekking op de strafvordering, de strafuitvoering of de detentie.
Verklaringen die door de spijtoptant worden afgelegd mogen alleen als bewijs in aanmerking worden genomen als ze in belangrijke mate worden gestaafd door andere bewijsmiddelen.
De getuigenbeschermingsmaatregelen kunnen worden toegepast op spijtoptanten. Er wordt tevens een mogelijkheid ingevoerd die de dienst getuigenbescherming toelaat om preventieve toezichtmaatregelen op de bedreigde getuige uit te voeren, op vordering van de federale procureur.
Het voorontwerp wordt voor advies overgemaakt aan de Raad van State.