Interne akkoorden EU
Op voorstel van de heer Louis Michel, Minister van Buitenlandse Zaken, keurde de Ministerraad twee interne akkoorden goed tussen de vijftien Lidstaten van de Europese Unie.
Op voorstel van de heer Louis Michel, Minister van Buitenlandse Zaken, keurde de Ministerraad twee interne akkoorden goed tussen de vijftien Lidstaten van de Europese Unie.
Het eerst akkoord heeft betrekking op de financiering en het beheer van de steun die de Gemeenschap verstrekt overeenkomstig het financieel protocol bij de Partnerschapsovereenkomst tussen de Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en de Europese Gemeenschap en haar Lidstaten (Overeenkomst van Cotonou), enerzijds, en de besteding van de financiële bijstand aan de landen en gebieden overzee waarop het bepaalde in het vierde deel van het EU-Verdrag van toepassing is, anderzijds. Het tweede akkoord bepaalt de te nemen maatregelen en de te volgen procedures voor de tenuitvoerlegging van het Akkoord van Cotonou. 1) Intern financieel akkoord Na de ondertekening op 23 juni 2000 van de Overeenkomst van Cotonou met de ACS-partij, sloten de 15 EU-lidstaten op 18 september 2000 een intern akkoord. Dit akkoord, waarbij de lidstaten de middelen van het 9de EOF (*) ter beschikking stellen, bepaalt de voorwaarden voor de financiering en het beheer van de steun die de Gemeenschap verstrekt overeenkomstig het financieel protocol van de Overeenkomst van Cotonou, enerzijds, en de voorwaarden voor de besteding van de financiële bijstand aan de landen en gebieden overzee (LGO), anderzijds. Krachtens het financieel protocol van de Overeenkomst van Cotonou kan de Gemeenschap beschikken over 15.200 miljoen euro voor steun aan de ACS-landen. De toekenning loopt over vijf jaar, te beginnen op 1 maart 2000, zij het dat het bedrag pas na de inwerkingtreding (in principe begin 2003) van het Akkoord en het protocol dat er deel van uitmaakt, kan worden vrijgemaakt. 13.500 miljoen euro is afkomstig uit het 9de EOF. Het saldo van 1700 miljoen euro wordt door de Europese Investeringsbank ter beschikking gesteld in de vorm van leningen. Voor de LGO wordt 175 miljoen euro steun uit het 9de EOF bestemd. In het kader van haar werkzaamheden in de LGO mag de Europese Investeringsbank (EIB) leningen ten belope van maximum 20 miljoen euro toekennen. Daarnaast is voorzien in de overdracht van eventuele saldi van de vorige EOF die voor de LGO waren bestemd, aan het 9e EOF. Het 9de Europees Ontwikkelingsfonds ontvangt maximaal 13,8 miljard euro. De Belgische bijdrage van 540,96 miljoen euro (3,92% van het totaal bedrag) is ten laste van de begroting ontwikkelingssamenwerking. 2) Intern akkoord inzake maatregelen en procedures Het Akkoord van Cotonou is een overeenkomst die gemengd is in de communautaire rechtsorde. Dit betekent dat zij betrekking heeft op bevoegdheden van de Europese Gemeenschap als van de lidstaten. Daarom hebben de lidstaten in een intern akkoord van de Vijftien, getekend op 18 september 2000, aangegeven op welke manier gemeenschappelijke standpunten of maatregelen moeten worden genomen voor de materies die tot hun bevoegdheden behoren. Bovendien machtigen zij de Raad tot het vaststellen van de "passende besluiten" krachtens artikel 96 inzake essentiële onderdelen: overlegprocedure en aangepaste maatregelen inzake mensenrechten, democratische beginselen en de rechtsstaat en artikel 97 inzake overlegprocedure en passende maatregelen inzake corruptie ten aanzien van die terreinen die binnen hun bevoegdheden vallen. (*) Europees Ontwikkelingsfonds