Internationaal verdrag met Tunesië
Vermijden van dubbele belasting en voorkomen van ontduiking
Vermijden van dubbele belasting en voorkomen van ontduiking
De ministerraad heeft op voorstel van minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht ingestemd met het voorontwerp van wet houdende goedkeuring van de overeenkomst tussen België en Tunesië tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontduiken en het ontgaan van belastingen inzake belasting naar het inkomen en naar het vermogen (Brussel, 7 oktober 2004).
Zoals de meeste gelijksoortige overeenkomsten die België heeft gesloten, sluit deze overeenkomst aan bij het OESO-model. Ze vervangt de overeenkomst van 22 februari 1975 tussen België en Tunesië die over hetzelfde onderwerp handelt. De nieuwe overeenkomst wijzigt de maatregelen om dubbele belasting te vermijden die in België van toepassing zijn op inkomsten uit Tunesische bron. Er wordt een einde gesteld aan de vrijstelling en het belastingkrediet die in België werden toegekend voor inkomsten uit Tunesische bron en die daar niet daadwerkelijk belast waren. België wil tevens de tarieven verminderen van de bronbelasting op dividenden, interesten en royalty's die in de overeenkomst van 1975 over het algemeen 15% bedroegen. De bronbelasting voor dividenden wordt voortaan beperkt tot 5% wanneer de gerechtigde een vennootschap is die ten minste 10% van het kapitaal van de vennootschap bezit die de dividenden betaalt. Voor interesten wordt dat 10% en voor royalty's 11%.
Van de herziening werd ook gebruik gemaakt om enkele andere bepalingen te wijzigen en op die manier de overeenkomst van 1975 aan te passen aan de economische en wetgevende ontwikkelingen die zich respectievelijk in de twee landen hebben voorgedaan. Het doel van de aanpassingen was de fiscale hinderpalen voor een toename van de investeringsstromen en van het handelsverkeer tussen de twee landen zoveel mogelijk uit de weg te ruimen en tegelijk te voorzien in bepalingen die misbruiken moeten voorkomen. De overeenkomst wordt ter goedkeuring aan het Parlement voorgelegd.