Integratietegemoetkoming voor personen met een handicap
Uitbreiding van de vrijstelling op de inkomsten van de partner van de persoon met een handicap die een integratietegemoetkoming van categorie 1 en 2 geniet
Uitbreiding van de vrijstelling op de inkomsten van de partner van de persoon met een handicap die een integratietegemoetkoming van categorie 1 en 2 geniet
De ministerraad keurde op voorstel van minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Laurette Onkelinx een ontwerp van koninklijk besluit goed dat het bedrag van de vrijstelling op de inkomsten van de partner van de persoon met een handicap die een integratietegemoetkoming geniet voor categorieën 1 en 2 gelijkstelt met die van de categorieën 3,4,5. De maatregel is het resultaat van het akkoord dat de ministerraad tijdens het begrotingsconclaaf van 29 februari 2008 bereikte.
Zo'n 10.000 bijkomende personen maken aanspraak op de voordelen van de maatregel. De vrijstelling van de inkomsten van de partner, ook wel de prijs van de liefde genoemd, varieert niet meer in functie van de integratietegemoetkoming: de jaarlijkse vrijgestelde bedragen belopen voortaan 19.162,13 euro voor de rechthebbenden van de vijf categorieën.
De integratietegemoetkoming is de tegemoetkoming die aan een persoon met een handicap wordt toegekend die extra kosten heeft omdat zijn autonomie beperkt is. De tegemoetkoming mag gecumuleerd worden met de inkomensvervangende tegemoetkoming. Voor de bereking houdt men rekening met de beroepsinkomsten, de vervangingsinkomsten en de andere inkomsten van de aanvrager maar ook van de persoon met wie hij of zij een huishouden vormt. Een deel van die laatste inkomsten is vrijgesteld.
Het ontwerp kreeg een gunstig advies van de Nationale Hoge Raad voor personen met een handicap. Het ontwerp wijzigt artikel 9ter van het kb van 6 juli 1987 betreffende de inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming.