Instemming met de overeenkomst met Armenië inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door gezinsleden van het diplomatiek personeel
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès een voorontwerp van wet goed houdende de instemming met de overeenkomst tussen België en Armenië inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door gezinsleden van het personeel van de diplomatieke missies en consulaire posten.
De overeenkomst – opgemaakt te Brussel op 4 december 2018 – heeft als doel het verrichten van betaalde werkzaamheden (als loontrekkende of zelfstandige) te vergemakkelijken voor gezinsleden ten laste van in België aangestelde ambtenaren en andere personeelsleden van Armeense diplomatieke zendingen en consulaire posten en omgekeerd van Belgen die in de toekomst aangesteld zouden worden in Armenië.
De overeenkomst bepaalt dat de civiel- en administratiefrechtelijke immuniteit van rechtsmacht niet van toepassing is op handelingen die voortvloeien uit het verrichten van betaalde werkzaamheden. In het kader van het verrichten van betaalde werkzaamheden voorziet de overeenkomst erin dat de Zendstaat afstand doet van immuniteit van rechtsmacht in strafzaken. Ten slotte bepaalt de overeenkomst dat de begunstigden onderworpen zijn aan de belasting- en socialezekerheidsstelsels van de ontvangende Staat voor alles wat verband houdt met de uitoefening van hun betaalde werkzaamheden.
Het voorontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.