Het Federaal Borstvoedingscomité (FBVC) herinnert eraan dat het verboden is om vrouwen die borstvoeding geven te discrimineren
Het Federaal Borstvoedingscomité (FBVC) actief sinds 2001 bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu wil eraan herinneren dat moeders die borstvoeding geven niet mogen worden gediscrimineerd en in het bijzonder op grond van de federale wet van 4 februari 2020 betreffende het verbod op discriminatie (wet tot wijziging van de wet van 10 mei 2007 tot wijziging, met betrekking tot de verbod op discriminatie inzake vaderschap of medemoederschap, ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen).
Helaas komt het nog te vaak voor dat moeders bij het FBVC melden dat ze negatieve opmerkingen hebben gekregen tijdens het geven van borstvoeding aan hun baby.
Moeders mogen geen hinder ondervinden bij het geven van borstvoeding aan hun baby in een openbare ruimte. Ze hebben het recht om borstvoeding te geven, net zoals het kind het recht heeft om gevoed te worden.
In 2011 had het FBVC al een charter aangenomen over de ondersteuning en bescherming van borstvoeding, waarin wordt herinnerd aan het volgende:
- moeders hebben het recht om hun baby borstvoeding te geven wanneer de baby het nodig heeft, omdat hij het recht heeft om gevoed te worden.
- moeders moeten worden gerespecteerd in hun keuze om al dan niet borstvoeding te geven en moeten worden beschermd door de samenleving en haar burgers.
- werkende moeders die borstvoeding willen blijven geven, moeten kunnen gebruikmaken van een geschikte plaats om hun melk af te kolven of hun baby te voeden bij hun werkgever.
Uitsluitend borstvoeding tot 6 maanden (en daarna naast een gevarieerde voeding) wordt aanbevolen door de Wereldgezondheidsorganisatie en het FBVC gezien de vele voordelen van borstvoeding op fysiek en psychisch gebied, zowel voor de moeder als voor het kind.
Rol en leden van het FBVC: https://www.health.belgium.be/nl/FBVC