Hervorming van het kunstenaarsstatuut: tweede lezing
De ministerraad keurt in tweede lezing een voorontwerp van wet en twee ontwerpen van koninklijk besluit goed over de hervorming van het kunstenaarsstatuut.
In het regeerakkoord werd overeengekomen dat de regering in overleg met de sector en de sociale partners het sociaal statuut voor de artiesten zou hervormen. Daarvoor werd een digitaal participatietraject ‘Working in the Arts’ (WITA) uitgewerkt.
Tijdens de eerste fase hebben 457 personen 128 voorstellen en 178 opmerkingen geformuleerd, waarna een technische werkgroep voorstellen formuleerde met betrekking tot:
- de evolutie van de Commissie Kunstenaars naar een Kunstwerkcommissie
- de amateurkunstenvergoeding, een alternatief voor de huidige kleine vergoedingsregeling (KVR)
- de regels in de werkloosheid
Deze voorstellen zijn online gepubliceerd op het platform WITA.
Met de voorliggende ontwerpen van wet en koninklijk besluit wordt verder invulling gegeven aan het project ‘Working in the Arts’. Op basis van het participatietraject en de voorstellen van de technische werkgroep, worden in een eerste fase volgende zaken voorgesteld:
- de oprichting van een nieuwe Kunstwerkcommissie binnen de FOD Sociale Zekerheid die onder meer instaat voor de aflevering van het kunstwerkattest, dat toegang geeft tot het specifieke statuut voor kunstwerkers
- de oprichting van een digitaal platform ‘Working in the Arts’
- de omvorming van het stelsel van de kleine vergoedingsregeling tot een amateurskunstenvergoeding
- de verbetering van de regels voor de sociale bescherming van kunstwerkers
Deze hervorming heeft ook een positief effect op werkers in de kunstsector die voor het statuut van zelfstandige kiezen. Beginnende kunstwerkers zullen acht kwartalen gebruik kunnen maken van de primostartermaatregel in plaats van de huidige vier.
In een volgende fase zullen voorstellen worden geformuleerd met betrekking tot de arbeidsomstandigheden in de sector, het sectoroverleg, de interactie met andere takken van de sociale zekerheid, het auteursrecht, de fiscale regels en de federale instellingen.
De ministerraad stemt in tweede lezing in met de nota ‘Working in the Arts – hervorming van het kunstenaarsstatuut’. De ontwerpen a) en c) worden ter ondertekening voorgelegd aan de Koning met het oog op de indiening bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Het ontwerp van koninklijk besluit b) betreffende de werking van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers wordt opnieuw ter advies voorgelegd aan de Raad van State.
a) Voorontwerp van wet tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers
b) Ontwerp van koninklijk besluit betreffende de werking van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers
c) Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot invoeging van een hoofdstuk XII houdende bijzondere bepalingen van toepassing op kunstwerkers in titel II van hetzelfde koninklijk besluit van 25 november 1991 en tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering