Goedkeuring van vier maatregelen over de pensioenen van ambtenaren
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine een voorontwerp van wet goed over vier maatregelen rond de pensioenen van ambtenaren.
Het voorontwerp van wet bevat de volgende vier maatregelen:
- de invoering van het gemengd pensioen in de publieke sector
Deze maatregel voorziet dat de loopbaanjaren als contractueel personeelslid niet meer worden toegelaten voor de berekening van het pensioen van de overheidssector voor de ambtenaren van wie de benoeming vanaf 9 oktober 2014 gebeurde. De maatregel wordt niet toegepast op tijdelijk statutair personeel. De maatregel treedt in werking op 1 juli 2017.
- de afschaffing van de loopbaanvoorwaarde van vijf jaar om van een pensioen van de publieke sector te kunnen genieten
De maatregel voorziet dat de voorwaarde dat een ambtenaar ten minste vijf jaar effectieve dienst moet hebben om aanspraak te kunnen maken op een ambtenarenpensioen als statutair, geschrapt wordt vanaf 1 januari 2017.
- de invoering van een mechanisme ter vermijding van het dubbele pensioen
Het dubbele voordeel houdt in dat een personeelslid enerzijds recht heeft op een pensioen van de publieke sector en anderzijds heeft hij recht op zijn bovenwettelijke pensioenvoordelen, opgebouwd tijdens de periode waarin contractuele diensten die in aanmerking komen voor het overheidspensioen worden gepresteerd.
Het voorontwerp van wet stelt een einde aan dit dubbele voordeel door te bepalen dat de bovenwettelijke pensioenvoordelen afgetrokken worden van de pensioenverhoging die voortvloeit uit het in aanmerking nemen van de contractuele diensten voor het pensioen van de publieke sector. Er zal echter voor de aftrek geen rekening worden gehouden met het gedeelte van de bovenwettelijke voordelen dat is opgebouwd met de persoonlijke bijdragen van de betrokkene. Deze maatregel treedt in werking op 1 juli 2017.
- de wijziging van de individuele responsabilisering binnen het gesolidariseerd Pensioenfonds van de provinciale en lokale overheden
Het voorontwerp voorziet de aftrek van de individuele responsabiliseringsfactuur van de kost gemaakt door het bestuur voor de financiering van het aanvullend pensioen van haar contractuele personeelsleden tijdens het betrokken kalenderjaar. Deze kost wordt enkel afgetrokken indien het aanvullend pensioen voldoet aan bepaalde kenmerken. Deze maatregel is voor de eerste keer van toepassing op de responsabiliseringsbijdrage van het jaar 2018.
Het voorontwerp van wet wordt aan de syndicale onderhandelingen onderworpen en daarna aan de Raad van State voorgelegd.
Voorontwerp van wet met betrekking tot het niet in aanmerking nemen van diensten gepresteerd als niet vastbenoemd personeelslid voor een pensioen van de overheidssector, en tot wijziging van de individuele responsabilisering van de provinciale en lokale overheden binnen het gesolidariseerd Pensioenfonds