Gereglementeerde vastgoedvennootschappen
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Financiën Koen Geens, minister van Economie Johan Vande Lanotte en minister van Justitie Annemie Turtelboom een voorontwerp van wet goed dat het statuut van de gereglementeerde vastgoedvennootschappen regelt.
Het voorontwerp legt een nieuw wettelijk kader vast dat de vastgoedbedrijven die momenteel het statuut van vastgoedbevak hebben de mogelijkheid biedt om een vorm aan te nemen die niet de toepassing van de
AIFMD-wetgeving met zich meebrengt. Hun reële economische activiteit dient te beantwoorden aan de kenmerken en vereisten omschreven in het voorontwerp en ze kunnen dus niet als een beleggingsfonds worden beschouwd.
Gezien hun belang voor de reële economie en voor het openbare spaarwezen, blijven deze ondernemingen onder het prudentiële toezicht van de FSMA en er worden beperkingen opgelegd op het vlak van hefboomfinanciering, risicodiversificatie en de verplichting tot uitkering (boekhoudkundige vereisten). Dergelijke regels bestaan ook voor de real estate investment trusts (REIT) in de naburige EU-lidstaten.
Het prudentieële toezicht houdt rekening met de specifieke eigenschappen van de gereglementeerde vastgoedvennootschap, maar blijft zeer streng (controle van de FSMA, specificiteit van de rol van de commissaris ...).
Het fiscale regime van de gereglementeerde vastgoedvennootschap zal hetzelfde zijn als dat waaraan de betrokken bedrijven vandaag onderworpen zijn in het statuut van vastgoedbevak. Dat fiscale regime is in grote lijnen hetzelfde als in de buurlanden, vermits het onderworpen is aan gelijkaardige vereisten op het vlak van de beperking van hefboomfinanciering, de risicodiversificatie en de verplichting tot uitkering.
De FSMA wordt belast met de controle op de gereglementeerde vastgoedvennootschap.
Het voorontwerp wordt voor advies bij de Raad van State ingediend.