Gecombineerde vergunning voor buitenlandse werknemers
De ministerraad keurt op voorstel van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken een voorontwerp van wet goed dat de wet van 15 december 1980 wijzigt over vreemdelingen en over de aflevering van een gecombineerde vergunning.
Het voorontwerp van wet zet de Europese richtlijn* om over de gecombineerde vergunning die de lidstaten oplegt om slechts één titel af te leveren aan buitenlandse werknemers en die zowel het aspect verblijf als het aspect werk regelt.
Het uitgewerkte schema voorziet dat het Gewest, na ontvangst van het volledige aanvraagdossier (uitgaande van de kandidaat-werknemer, ingediend via de kandidaat-werkgever), een kopie van het dossier doorstuurt naar de Dienst Vreemdelingenzaken, die dan over maximaal 60 dagen beschikt om te beslissen over het aspect verblijfsrecht. Ondertussen kan het bevoegde Gewest ook al het aspect werk onderzoeken zodat, kort na de positieve beslissing van de Dienst Vreemdelingenzaken over het verblijf, de beslissing over het geheel kan worden overgebracht aan de kandidaat-werknemer en de kandidaat-werkgever.
In het belang van de werknemer, de werkgever en de Belgische arbeidsmarkt moet gezorgd worden dat het gebruik van de totale maximumtermijn van vier maanden eerder de uitzondering is dan de regel. Maar de Dienst Vreemdelingenzaken moet wel voldoende tijd krijgen om het veiligheidsonderzoek op een ernstige manier te kunnen uitvoeren.
Het voorontwerp van wet voert in de wet van 15 december 1980 over de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen een nieuw hoofdstuk in over de onderdanen van derde landen die in het Rijk verblijven of er wensen te verblijven om te werken.
Het voorontwerp van wet wordt voor advies aan de Raad van State voorgelegd.
* richtlijn 2011/98/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011