Gebruik van het Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken als gevolg van de Covid-19 crisis
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Financiën Vincent Van Peteghem een ontwerpsamenwerkingsakkoord tussen de federale staat, de gewesten en de gemeenschappen goed over het gebruik van het Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE).
Verordening (EU) 2020/672 heeft het SURE-instrument ingesteld als gevolg van de Covid-19-crisis, waarmee de Europese Unie leningen aan lidstaten kan verstrekken. De doelstelling van dit samenwerkingsakkoord is de betrekkingen tussen de partijen te regelen in het kader van het gebruik van het Europese SURE-instrument door de Belgische overheden en de desbetreffende procedures te beschrijven.
Deze leningen dienen hoofdzakelijk ter financiering van werktijdverkortingsregelingen of soortgelijke maatregelen ter bescherming van werknemers en zelfstandigen, alsook van sommige maatregelen op gezondheidsgebied, met name op de werkplek. Zowel de federale staat als de deelgebieden hebben maatregelen genomen die in aanmerking komen voor financiering door het SURE-instrument. Vermits de EU de leningen voor een lidstaat in hun geheel zal toekennen aan de door de lidstaat aangeduide instelling, regelt dit ontwerpakkoord de doorstorting van die gelden tussen de partijen, de rentebetalingen, de kapitaalaflossingen, de aanvragen voor financiële bijstand en de wijze van controle op de besteding van de gelden.
De ministerraad keurt ook een voorontwerp van wet goed houdende instemming met dit samenwerkingsakkoord. Het wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State. Het ontwerpsamenwerkingsakkoord wordt voorgelegd aan het Overlegcomité.
Voorontwerp van wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap inzake het gebruik van SURE