31 aug 2021 12:49

Gaïchel XI: Gezamenlijke verklaring van de Luxemburgse en Belgische regering

Op 31 augustus 2021 vond in Luxemburg de 11e gezamenlijke vergadering van de Luxemburgse en de Belgische regering plaats, onder het gezamenlijke voorzitterschap van de eerste ministers Xavier Bettel en Alexander De Croo. Deze bijeenkomst sluit aan bij de inmiddels goed ingeburgerde traditie van ontmoetingen tussen de twee regeringen sinds de eerste Gäichel op 28 april 2004. Ze vindt ook plaats in de bijzondere context van de viering van het honderdjarig bestaan van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie (BLEU), waarvan het verdrag op 25 juli 1921 werd ondertekend. De twee regeringen kijken uit naar de komende topontmoeting van de eerste ministers en de ministers-presidenten van de Belgische deelgebieden, die volwaardige actoren zijn binnen de BLEU.

Het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk België, de stichtende landen van de Europese Unie, herhalen hun bereidheid om samen te werken aan een verenigde en veerkrachtige Europese Unie, die haar burgers en de universele waarden die zij delen, beschermt. In het licht van de blijvende gevolgen van de Covid-19-pandemie voor de Europese economie benadrukken ze de noodzaak de interne markt te versterken om een krachtig herstel in een competitief en duurzaam Europa te stimuleren. Beide landen steunen ten volle de inspanningen van de Conferentie over de toekomst van Europa, die moet leiden tot Europese instellingen die dichter bij de burger, en met name de jongeren, staan.

De twee landen tonen zich verheugd over de nauwe samenwerking op talrijke niveaus bij het beheer van de Covid-19-pandemie en over de afspraken die gemaakt konden worden om de vrije doorgang van de grensarbeiders op het hoogtepunt van de crisis te waarborgen. 

Ze benadrukken hoe belangrijk het is dat het vrije verkeer binnen het Schengengebied volledig wordt gewaarborgd. Ze nemen hun verantwoordelijkheid om de pandemie in te dammen en hun burgers te beschermen, met behoud van het vrije verkeer van personen, goederen en diensten. Samen trekken ze lessen uit deze gezondheidscrisis en werken ze aan een nog beter gecoördineerde aanpak binnen de Europese Unie. Ze zijn het erover eens dat in de besluitvormingsprocessen op nationaal, regionaal en Europees niveau bijzondere aandacht moet worden besteed aan de specifieke behoeften van grensoverschrijdende woongebieden.

In deze context, maar ook in de meer algemene context van crisissen van allerlei aard, werd vandaag een gemeenschappelijke verklaring ondertekend over samenwerking op het gebied van crisisbeheer, civiele veiligheid en medische noodhulp door minister van Staat Xavier Bettel, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke en de twee ministers van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden en Taina Bofferding. Een verdere intensivering van de samenwerking op bilateraal, grensoverschrijdend en Europees niveau op deze gebieden zal de informatie-uitwisseling optimaliseren, coördinatie bij de implementatie van gemeenschappelijke oplossingen mogelijk maken en bijdragen tot snellere interventies en het redden van levens.

In dit verband wenst België Luxemburg hartelijk te danken voor zijn snelle en doeltreffende steun na de catastrofale overstromingen van juli jongstleden, die de inzet van de Luxemburgse autoriteiten en de solidariteit tussen de grensoverschrijdende gemeenschappen tijdens deze dramatische crisis illustreren.

Ook stellen de twee regeringen vast dat de samenwerking tussen de Luxemburgse en de Belgische gezondheidsautoriteiten gedurende de gehele gezondheidscrisis uitstekend is verlopen, met name in het kader van de grensoverschrijdende contact tracing. Vice-eersteminister Frank Vandenbroucke en minister van Volksgezondheid Paulette Lenert hebben een nieuwe stap gezet door vandaag een gemeenschappelijke verklaring te ondertekenen over grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van gezondheidszorg om de toegang tot zorg in de directe omgeving, die in grensgebieden noodzakelijk is, te bevorderen.

Beide regeringen zijn verheugd over de overeenkomsten inzake belastingen en sociale zekerheid die gesloten werden om het telewerk van grensarbeiders te vergemakkelijken en de impact van dit telewerk voor de sociale zekerheid en de belastingen voor zowel werknemers als bedrijven weg te werken, als onderdeel van de strijd tegen de verspreiding van Covid-19. Vice-eersteminister Vincent Van Peteghem en minister Pierre Gramegna, bevoegd voor Financiën, en vice-eersteminister Frank Vandenbroucke en minister Romain Schneider, bevoegd voor Sociale Zekerheid, blikken tevreden terug op de maatregelen die ze genomen hebben ten gunste van grensarbeiders en die aangepast zijn aan deze periode van pandemie.

Buiten de context van de Covid-19-pandemie zijn de ministers Vincent Van Peteghem en Pierre Gramegna overeengekomen om telewerken voor grensarbeiders te blijven bevorderen en vergemakkelijken. Zo zal de zogenaamde "24-dagenregel" worden versoepeld. Vanaf 2022 zal een grensarbeider zijn werkzaamheden gedurende 34 dagen kunnen verrichten buiten de staat waar hij gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht, terwijl hij in die staat belastingplichtig blijft, d.w.z. 10 dagen meer dan nu het geval is.

De ministers Vincent Van Peteghem en Pierre Gramegna bereikten ook een akkoord over de herziening van het huidige systeem in het specifieke kader van het gemeenschappelijke ontvangstenstelsel van de BLEU.

Ook de aansluiting van de grensarbeiders bij de sociale zekerheid werd besproken, met name met betrekking tot de vervoersector.

De twee regeringen herhalen dat het belangrijk is samen te werken om het multilaterale verdrag inzake de bestrijding van sociale fraude, waarover sinds april binnen de Benelux wordt onderhandeld, tot een goed einde te brengen. Dit verdrag is van belang om een rechtsgrondslag en een gemeenschappelijk kader te bieden voor gezamenlijke en gecoördineerde inspecties en informatie-uitwisseling tussen landen.

Binnen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie worden namens de BLEU vele overeenkomsten ter bescherming van investeringen gesloten met derde landen. Recente ontwikkelingen op het gebied van arbitrage en duurzame ontwikkeling hebben beide landen ertoe aangezet hun aanpak te moderniseren en in overeenstemming te brengen met de nieuwe normen. Ze bevestigen de ontwikkeling van een nieuwe modelovereenkomst op basis van een ontwerp dat momenteel wordt besproken.

Beide regeringen nemen met grote voldoening nota van hun nauwe samenwerking op het gebied van consulaire bijstand, met inbegrip van repatriëringen tijdens de gezondheidscrisis en, zeer recentelijk, repatriëringen uit Afghanistan. Beide landen hebben in allerijl talrijke civiele en defensiemiddelen gemobiliseerd om hun landgenoten en vele Afghaanse onderdanen bij te staan en te evacueren.

Voorts kwamen beide partijen overeen dat een intentieverklaring zal worden ondertekend om de samenwerking tussen hun diensten voor buitenlandse en Europese zaken te versterken, met inbegrip van gezamenlijke opleidingen en detacheringen, en om een bilaterale overeenkomst te sluiten over de modaliteiten van betaalde arbeid voor familieleden van diplomatieke ambtenaren in het land van aanstelling.

België en Luxemburg kunnen terugblikken op een lange en vruchtbare samenwerking inzake Defensie. Gezamenlijke officiersopleidingen, gezamenlijke inzet bij missies en satellietsamenwerking kennen een lange traditie. Vandaag hebben vice-eersteminister François Bausch en minister Ludivine Dedonder een verdrag ondertekend dat de exploitatie regelt van de A400M-vliegtuigen binnen de nieuwe binationale luchtvervoerseenheid. Ze hebben ook een intentieverklaring goedgekeurd over de oprichting van een gezamenlijk verkenningsbataljon om hun militaire samenwerking verder te intensiveren en bij te dragen tot de toegenomen behoeften van de NAVO.

De grensoverschrijdende stromen tussen de twee landen zijn intens en dagelijks. Uitgezonderd tijdens de Covid-19-pandemie reizen dagelijks bijna 48 000 in België wonende werknemers naar Luxemburg. Mobiliteit speelt dus een belangrijke rol en beide landen streven ernaar het aantal passagiers dat gebruik maakt van spoorvervoer te verhogen, wat bijdraagt tot duurzame ontwikkeling en tot de klimaatdoelstellingen. 

De twee vice-eersteministers en ministers van Mobiliteit, François Bausch en Georges Gilkinet, herinneren aan het bijzondere belang dat ze hechten aan een versnelde modernisering van de spoorlijn Luxemburg-Brussel, teneinde de internationale rol van deze as te versterken. Er is om financiering verzocht in het kader van de nieuwe Europese instrumenten, de Green Deal en de nationale herstelplannen. De snelle modernisering van deze lijn is van cruciaal belang voor de mobiliteit van onze burgers, het vervoer van goederen en de ontwikkeling van een levensvatbare rechtstreekse verbinding tussen Brussel, Luxemburg en Straatsburg. Vandaag hebben de twee vice-eersteministers en ministers van Mobiliteit François Bausch en Georges Gilkinet hun bereidheid bevestigd om de Belgisch-Luxemburgse intentieverklaring inzake spoorvervoer in de nabije toekomst te actualiseren met het oog op de uitbreiding en de verbetering van de spoorverbindingen tussen beide landen.

Beide regeringen nemen er met voldoening nota van dat de tijdens de 10e Gäichel in 2017 opgerichte spoorwegwerkgroep regelmatig bijeenkomt en zijn werkzaamheden voortzet om de reistijd tussen Luxemburg en Brussel te verkorten en de kwaliteit van de dienstverlening voor de passagiers te verbeteren. Bovendien is, na de invoering van gratis openbaar vervoer in Luxemburg in 2020, de prijs van grensoverschrijdende tickets naar België verlaagd.

Digitalisering is een van de prioriteiten van beide regeringen. De Luxemburgse eerste minister en minister van Digitalisering, Xavier Bettel, en de vice-eersteminister en minister van Telecommunicatie, Petra De Sutter, hebben overlegd over de invoering van 5G-dekking langs belangrijke wegen, spoorwegen en riviertrajecten. De snelle invoering van deze nieuwe generatie van mobiele communicatie moet de veiligheid van de reizigers en de kwaliteit van de dienstverlening verbeteren. Tegelijkertijd zullen Luxemburg en België de uitwisseling van beste praktijken ontwikkelen met betrekking tot de voorlichting van burgers, zowel over 5G en het stappenplan voor de invoering van 5G, als over de vragen betreffende de gevolgen voor de gezondheid van de golven die in de telecommunicatie worden gebruikt.

Op het gebied van energie willen België en Luxemburg hun energiemix diversifiëren en vergroenen. De ministers van Energie Tinne Van der Straeten en Claude Turmes zullen samenwerken aan de totstandbrenging van het netwerk voor hernieuwbare (groene) waterstof. Samen met de minister van Noordzee zal een samenwerking worden opgezet voor de ontwikkeling van windenergie op de Noordzee. Door tegen 2025 een energie-eiland voor de Belgische kust te bouwen, zouden onze twee landen bovendien worden aangesloten op een goedkoop en hernieuwbaar energienetwerk, ten voordele van onze burgers en industrieën. Dergelijke projecten zouden kunnen worden gefinancierd in het kader van het Belgische herstelplan.

Luxemburg en België erkennen de positieve ervaringen met bilaterale en multilaterale samenwerking binnen internationale netwerken op het gebied van ambtenarenzaken en openbaar bestuur. De ministers van Ambtenarenzaken, Petra De Sutter en Marc Hansen, verklaren dat ze hun goede betrekkingen willen versterken en spreken de ambitie uit dat hun samenwerking zal bijdragen tot de modernisering van hun overheidsdiensten en tot de versterking van de uitwisseling van beste praktijken op dit gebied.

De ministers van Landbouw, Romain Schneider en David Clarinval, zijn verheugd over hun goede samenwerking en communicatie bij de bestrijding van de Afrikaanse varkenspest. Wegens het risico op een zeer snelle grensoverschrijdende verspreiding van de ziekte door everzwijnen hebben België, Frankrijk en Luxemburg onmiddellijk preventieve maatregelen genomen en afsluitingen geplaatst langs de grenzen. Ook werd de jacht op everzwijnen versterkt en in sommige gebieden grensoverschrijdend uitgevoerd.

De regeringen van België en Luxemburg herhaalden hun toezegging om de territoriale leveringsbeperkingen op te heffen. Veel Luxemburgse en Belgische bedrijven ondervinden herhaaldelijk problemen om zich op de interne markt van de EU vrij te bevoorraden bij de leverancier van hun keuze. Dit leidt vaak tot een drievoudig nadeel: in termen van prijs (niet in staat om tegen de beste prijzen in te kopen), aanbod (beperkt aanbod van producten en diensten) en toereikendheid van de ondersteunende diensten (zoals opleiding van werknemers in een taal die ze niet of onvoldoende beheersen). Na studies die deze bevindingen binnen de Benelux-Unie bevestigen, zetten beide landen hun inspanningen voort om op Europees niveau een oplossing te vinden voor de territoriale leveringsbeperkingen.

Op het gebied van ruimtevaart hebben België en Luxemburg zich er in 2019 in een gezamenlijke verklaring toe verbonden samen te werken aan de ontwikkeling van een internationaal kader voor het gebruik, de exploratie en de exploitatie van ruimtebronnen. Beide landen zijn verheugd over de regelmatige Belgisch-Luxemburgse uitwisselingen in het kader van de ESA, de Europese Unie en de Verenigde Naties. Een mogelijke samenwerking met het onlangs opgerichte European Space Resource Innovation Centre (ESRIC) werd overwogen. De kwestie van de veiligheid van en door ruimte-infrastructuur is een steeds zichtbaarder onderwerp dat in de nabije toekomst nieuwe initiatieven zal vergen. België steunt al vele jaren de ontwikkeling van het European Space Security and Education Centre (ESEC) van het Europees Ruimteagentschap (ESA) in Redu. Luxemburg is betrokken via de steun van SES aan de activiteiten op de site. De bevoegde ministers zullen overleggen om door het ESA voorbereide initiatieven of programma's van algemeen belang te identificeren en te ondersteunen met het oog op de volgende bijeenkomst van de ESA-ministerraad eind 2022.

*****

De vertegenwoordigers van beide landen herbevestigen hun bereidheid om regelmatig bijeen te komen in dit zogenaamde "Gäichel"-formaat.