FOD Buitenlandse Zaken: vergelijkende selectie van de ambtenaren van de buitenlandse carrière en de consulaire carrière
Op voorstel van minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders keurt de ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed dat het koninklijk besluit van 4 juli 2014 tot vaststelling van het statuut van de ambtenaren van de buitenlandse carrière en de consulaire carrière wijzigt.
In oktober 2014 lanceerde de FOD Buitenlandse Zaken een vergelijkende selectie voor de aanwerving van stagiairs van de buitenlandse carrière, via het selectiebureau van de federale overheid Selor. Eén van de toelaatbaarheidsvereisten voor de toegang tot de vergelijkende selectie was dat men geslaagd moest zijn voor het taalexamen bedoeld in artikel 14, tweede lid, van het koninklijk besluit van 8 maart 2001. Selor is echter niet in staat om voorafgaandelijk extra taalexamens te organiseren voor een dergelijke instroom van kandidaten (meer dan 3000).
Het ontwerp van koninklijk besluit voorziet dan ook dat voor de eerste vergelijkende selectie voor de toelating tot het eerste deel van de stage de bevoegdheid om de datum vast te leggen waarop de kandidaat moet voldoen aan de toelaatbaarheidsvereiste bij de afgevaardigd bestuurder van Selor wordt gelegd.
De kandidaten kunnen zo het taalexamen "artikel 14, tweede lid - 2e landstaal (elementaire kennis)" afleggen op hetzelfde moment als het taalexamen Engels C1, dat ook een onderdeel is van de vergelijkende selectie. Kandidaten die op de taaltest artikel 14, tweede lid, niet slagen, worden daarna geweerd uit de verdere vergelijkende selectie.
Het ontwerp wordt voor advies overgemaakt aan de Raad van State.