Exploitatie van rijkdommen in de zee- en oceaanbodem - tweede lezing
De ministerraad keurt in tweede lezing twee voorontwerpen van wet goed die de prospectie, exploratie en exploitatie van rijkdommen in de zee- en oceaanbodem voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht regelen. De voorontwerpen werden aangepast aan het advies van de Raad van State.
Op basis van de voorontwerpen kunnen natuurlijke persoonlijke met de Belgische nationaliteit en rechtspersonen opgericht onder Belgisch recht een borgstelling van de Belgische staat bekomen om contracten af te sluiten met de internationale zeebodemautoriteit voor de exploratie van rijkdommen in de zeebodem. Ze vrijwaren de Belgische staat voor aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door ongeoorloofde handelingen of nalatigheid door de personen voor wie hij borg staat. De borg houdt een aantal verplichtingen in die de staat moet laten naleven door de exploitanten. Er komt ook een milieucompensatie in de vorm van een taks, om de schade in geval van milieuschade te vergoeden. De voorontwerpen vormen een aanvulling op boek XI van het verdrag van de VN inzake het recht van de zee.
De ministerraad keurt tevens het ontwerp van koninklijk besluit goed dat de regels, voorschriften en procedures bepaalt die nodig zijn voor de uitvoering van de wet.
Voorontwerpen van wet betreffende de prospectie, de exploratie en de exploitatie van rijkdommen van de zee- en oceaanbodem en de ondergrond ervan voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht - artikel 78 en artikel 77