Europees systeem voor emissiehandel
Op voorstel van de heer Bruno Tobback, Minister van Leefmilieu, keurde de Ministerraad een administratief samenwerkingsakkoord goed in verband met het register voor het Europees Systeem van Emissiehandel.
Op voorstel van de heer Bruno Tobback, Minister van Leefmilieu, keurde de Ministerraad een administratief samenwerkingsakkoord goed in verband met het register voor het Europees Systeem van Emissiehandel.
Het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest regelt de organisatie en het administratief beheer van het gestandaardiseeerd en genormaliseerd register van België (*). De Richtlijn voorziet in een systeem van emissiehandel voor installaties met een verbrandingscapaciteit van 20 megawatt of meer. Aan installaties wordt een aantal emissierechten toegekend (voornamelijk Gewestelijke bevoegdheid) die ze onderling kunnen verhandelen. Jaarlijks moeten ze aantonen dat ze evenveel emissierechten bezitten als ze emissies van CO2 hebben uitgestoten. Bij het emissiehandelssyteem is ook een register voorzien dat al deze transacties vastlegt. Het is een soort elektronische databank. Volgens de richtlijn kan er maar een registerhouder met een register zijn. Er kunnen echter meerdere bevoegde overheden voor het beheer van het emissiehandelssysteem zijn. Het register zelf is louter een administratieve taak. De bevoegdheid om emissierechten toe te kennen aan de deelnemende installaties en om sancties op te leggen, blijft de verantwoordelijkheid van de (Gewestelijke) bevoegde autoriteiten. De verantwoordelijkheid voor het houden van het nationaal register werd aan de federale minister voor leefmilieu toevertrouwd (**). (*) in overeenstemming met de Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Europese Raad en met de beschikking 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Europese Raad. (**) op de uitgebreide Interministeriële Conferentie voor het Leefmilieu van 13 mei 2004.