Europees aanhoudingsbevel
Op voorstel van Mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet over het Europees aanhoudingsbevel goed.
Op voorstel van Mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet over het Europees aanhoudingsbevel goed.
Ter herinnering: de vorige regering bereikte reeds een akkoord over dit voorontwerp van wet, dat niet meer door het Parlement kon worden bestudeerd. De tekst werd op een aantal punten aangevuld. Dit voorontwerp vervangt het systeem van uitlevering door een mechanisme van overlevering op basis van een Europees aanhoudingsbevel. Wanneer vandaag, binnen de Europese Unie, een persoon een misdrijf begaat in een staat, maar gevlucht is naar een andere staat, moet de staat die deze persoon wil vervolgen, zijn of haar uitlevering aanvragen. Het is dan de regering van het land waarnaar de persoon gevlucht is, die onderzoekt of die persoon kan worden uitgeleverd. Deze procedure is tijdrovend, wat vooral nadelig is voor de eventuele slachtoffers. Bovendien vraagt deze procedure de tussenkomst van de uitvoerende macht. Gezien deze nadelen hebben de Lidstaten van de Europese Unie besloten om het principe van de uitlevering te vervangen door het Europees aanhoudingsbevel, dat gebaseerd is op een wederzijdse erkenning. Dit heeft twee opmerkelijke gevolgen: Enerzijds zijn de gerechtelijke overheden de enige acteurs van het nieuwe mechanisme. Anders gezegd: een aanhoudingsbevel dat in Belgie wordt uitgegeven zal onmiddellijk van toepassing worden in het land waarnaar de vervolgde persoon is gevlucht. Anderzijds wordt de procedure verkort: de twee fasen van de uitlevering (arrestatie en overlevering) die twee opeenvolgende procedures vereisen, worden vervangen door één fase: de beslissing van de rechterlijke macht volstaat én voor de arrestatie én voor de overlevering van de persoon. Anders gezegd: de vervolgde persoon zal, onmiddellijk, aangehouden kunnen worden in het land waar hij verblijft en meteen overgeleverd worden aan de rechterlijke macht die het aanhoudingsmandaat heeft uitgegeven. Een aanhoudingsbevel zal mogelijk zijn in twee gevallen: - wanneer een Staat een persoon op zijn territorium wil vervolgen omdat hij/zij een misdrijf heeft gepleegd op dit territorium, maar vervolgens is gevlucht naar een ander land. Het Europees aanhoudingsbevel wordt enkel voor bepaalde misdrijven afgeleverd en op voorwaarde dat deze misdrijven worden bestraft met een minimale gevangenisstraf van 12 maanden. - wanneer een Staat de uitvoering vraagt, op zijn grondgebied, van een gevangenisstraf (veroordeling tot minstens 4 maanden) Om geldig te zijn, moet het aanhoudingsbevel een reeks precieze gegevens bevatten, zoals ondermeer de indentiteit van de gezochte persoon, het bestaan van een uitvoerbare rechterlijke beslissing, de aard en de wettelijke omschrijving van het misdrijf, de omstandigheden waarin het misdrijf is gepleegd, en de strafmaat die de buitenlandse wet voorziet voor het misdrijf. Het systeem van het Europees aanhoudingsbevel treedt in werking op 1 januari 2004.