Equal Pay Day
De federale regering engageert zich voor equal pay day
De federale regering engageert zich voor equal pay day
Ter gelegenheid van de dag voor de loongelijkheid, Equal Pay Day, keurde de Ministerraad op voorstel van de heer Christian Dupont, Minister van Gelijke kansen, en de heer Peter Vanvelthoven, Minister van Werk, een serie van voorstellen goed over de gelijkheid van loon. Op basis van de nieuwe voorstellen, maar ook van de wetsvoorstellen en resoluties ingediend voor de Federale Kamers, heeft de Regering zich geëngageerd om een serie van maatregelen te nemen om de loonkloof tussen mannen en vrouwen te verminderen. Ondanks het beleid inzake gelijke kansen dat op verschillende vlakken wordt gevoerd, krijgen mannen in 2006 voor hetzelfde werk van dezelfde waarde een hoger loon dan vrouwen. In functie van de gegevens en de weerhouden indicatoren bevindt deze kloof zich tussen 15 en 25% en vertoont de neiging te verhogen. Het manifeste en willekeurige karakter ervan maakt dat dit onaanvaardbaar is in een maatschappij die de waarde van gelijkheid van mannen en vrouwen centraal stelt. Naar aanleiding van de Dag tegen de loonongelijkheid heeft de federale Regering, steunend op de wetsvoorstellen en resoluties ingediend voor de Federale Kamers, zich geëngageerd om volgende maatregelen te nemen: 1.Meten is weten: de meting van de loonkloof verbeteren Alle parlementaire voorstellen onderlijnen de absolute noodzakelijkheid van indicatoren die de discriminaties in het loon objectiveren, en de omvang ervan identificeren. Er bestaan 'grove' statistieken. Universitaire studies zijn in uitvoering en laten toe om de statistieken te verfijnen en te analyseren. Die moeten worden gebruikt en gesystematiseerd, meer bepaald in het kader dat werd bepaald door de Europese Unie waarin een aantal indicatoren worden vastgelegd. · de regering zal de FOD Werk en het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen de opdracht geven om jaarlijks statistieken te publiceren over de loonkloof per sector, zowel in de overheidsdiensten als in de privé-ondernemingen. · het statistisch verslag zal gepaard gaan met aanbevelingen aan de overheid. 2. De middelen tegen de loonkloof: strijden tegen de genderspecifieke eisen Het verschil het loon van vrouwen en mannen wordt deels veroorzaakt door de technieken waarmee functies gewogen worden om het loon te berekenen. Sommige technieken kennen een hogere waarde toe aan functies die hoofdzakelijk door mannen ingenomen worden en onderwaarderen de functies die als vrouwelijk beschouwd worden. De evaluatie van deze wegingtechnieken in hun impact op de loongelijkheid laat toe hen aan te passen en hun negatieve effecten op de loongelijkheid te neutraliseren. De praktische gids voor de toepassing van een functie-evaluatiesysteem dat neutraal is inzake het geslacht, moet afgewerkt zijn tegen 12 mei. Daarna volgt de volledige evaluatie van het EVA-project. De voorstelling ervan wordt gepland tegen midden november · De regering geeft de Minister van Werk en de Minister van Gelijke Kansen de opdracht om onder de sociale partners instrumenten te verspreiden die het mogelijk maken functie-evaluatiesystemen te ontwikkelen die neutraal zijn op het vlak van het geslacht. Deze middelen zullen ook worden ontwikkeld in federale overheidsdienst. · De Minister van Werk zal in overleg met de sociale partners de knelpunten onderzoeken inzake de implementatie van genderneutrale functieclassificaties. Er zal ook nagedacht worden over een systeem van screening van nieuwe sectorale CAO's op genderneutraliteit en over alternatieve vormen van analytische classificatiesystemen. De Minister van Werk zal de sociale actoren uitnodigen om zich ertoe te verbinden binnen vijf jaar de functieclassificaties aan te passen met het oog op het vermijden van de discriminaties. 3. De doeltreffendheid verbeteren van de bestaande wetgeving en regels. De Collectieve Arbeidsovereenkomst van 15 oktober 1975 (CAO 25bis) heeft tot doel de gelijke lonen te waarborgen en biedt een aantal instrumenten aan die in principe doeltreffend zijn om de loonongelijkheid te verminderen. We moeten echter vaststellen dat ze niet volledig wordt toegepast. We moeten de sterke en zwakke punten van de overeenkomst identificeren, evenals de punten die een up-date behoeven. Ook moet er een manier gevonden worden om de uitvoering van de overeenkomst te verbeteren. Ten slotte dient de overeenkomst uitgebreid te worden naar maatregelen die kunnen bijdragen tot een vermindering van de loonkloof en verder gaan dan het bestrijden van de loondiscriminatie sensu stricto. De wet over de gelijkheid van vrouwen en mannen van 7 mei 1999 verbiedt discriminatie op basis van het geslacht op het vlak van werk. Niettemin is rechtspraak hieraangaande quasi onbestaand. Het KB van 14/07/1987 verplicht de ondernemingen een jaarverslag op te stellen over de gelijkheid tussen mannen en vrouwen en moedigt de opstelling aan van plannen inzake gelijkheid op het vlak van de sectoren en ondernemingen. KB 08/02/1979 verbiedt om slechts één geslacht aan te duiden in de werkaanbiedingen · De regering zal de sociale partners voorstellen samen te komen om deze voorzieningen te evalueren. Er moeten snel resultaten komen die worden opgenomen in de onderhandelingen over het volgende interprofessioneel akkoord. · De regering vraagt het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen om de wet van 1999 tegen de discriminatie op basis van het geslacht te evalueren, de lacunes in de rechtspraak te verklaren en voorstellen te formuleren om hieraan te verhelpen. 4. Ondernemingen helpen om maatregelen te ontwikkelen inzake de bevordering van de gelijkheid De ondernemingen moeten worden aangemoedigd om de gelijkheid tussen mannen en vrouwen binnen hun organisatie te verzekeren. Dit gebeurt aan de hand van 3 maatregelen: - de ondernemingen technisch steunen om plannen inzake Gelijke Kansen op te stellen, zoals gepland in het KB van 14/07/1987 zoals aangevoerd door de parlementaire voorstellen. - Een stipte financiële steun bieden aan de ondernemingen die een gelijke kansenbeleid willen voeren en plannen inzake gelijke kansen willen ontwikkelen : oprichting van een fonds voor de bevordering van de gelijke kansen in overweging nemen. (voorstellen Pehlivan). - Zorgen voor een zichtbaarheid en erkenning in de ondernemingen die zich concreet inzetten voor de gelijkheid tussen mannen en vrouwen: jaarlijks zal een label worden toegekend aan de ondernemingen. · De regering geeft de Minister van Gelijke Kansen en de Minister van Werk de opdracht een voorstel voor te leggen voor de oprichting van een dienst die technische en financiële steun biedt aan de ondernemingen voor de ontwikkeling van plannen en een label inzake gelijkheid en diversiteit. 5. Deeltijds Vele vrouwen lijden een dubbel nadeel: ze werken deeltijds en bovendien ontvangen ze geen gelijk loon. · Een studie moet de oorzaken analyseren van de loonkloof tussen deeltijds en voltijds werk · Deze studie zal rekening houden met de impact van het deeltijds werken op de sociale rechten Buiten de eigenlijke discriminaties op loonvlak zijn de mechanismen die leiden tot ongelijkheid tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt goed gekend en zowel de overheid als de sociale partners moeten blijvend aandacht besteden aan: · het glazen plafond dat vrouwen weert van posten met verantwoordelijkheid · de mechanismen van horizontale uitsluiting die hen oriënteren naar de minst gewaardeerde beroepssectoren · de factoren die een goede afstemming van het beroepsleven en het privé-leven van werknemers in de weg staan, of het nu om mannen of vrouwen gaat. Op dit vlak zijn het Europees beleid en regelgeving van aanzienlijk belang. Tijdens de Europese Raad van 23 en 24 maart 2006, heeft de Belgische regering zijn steun toegezegd aan het op poten zetten van een Europees Pact voor de gendergelijkheid, dat deze elementen als prioritair beschouwt. De Ministerraad van 17 mei 2006, gewijd aan het thema "Kwaliteit van het werk", zal zich buigen over de maatregelen die op korte, middellange en lange termijn dienen genomen te worden op deze prioriteiten te verwezenlijken. Weldra zal een debat met de sociale partners worden georganiseerd in het Parlement.