Eigendommen vrijgesteld van onroerende voorheffing
Berekening en verdeling voor 2004 van het bijzondere krediet voor gemeenten met eigendommen die vrijgesteld zijn van onroerende voorheffing
Berekening en verdeling voor 2004 van het bijzondere krediet voor gemeenten met eigendommen die vrijgesteld zijn van onroerende voorheffing
De Ministerraad keurde een ontwerp van koninklijk besluit goed tot berekening en verdeling van het bijzonder krediet voor het jaar 2004 voor de gemeenten waar zich eigendommen bevinden die vrijgesteld zijn van onroerende voorheffing. Het ontwerp is een voorstel van de heer Patrick Dewael, Minister van Binnenlandse Zaken. Het krediet dekt ten minste 72% van de niet-inning van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing. De berekening is gebaseerd op de gewestelijke aanslagvoeten en de gemeentelijke opcentiemen vastgesteld op 1 januari 1993 en op de meest recente gekende kadastrale inkomens (1 januari 2003) geïndexeerd vanaf 1 janauri 1991. Het krediet wordt verdeeld op basis van het bedrag aan fiscale minderobrengst per gemeente, berekend zoals het krediet. Voor 2004 bedraagt de niet-inning van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing 48.796.685 euro. Het in 2003 te verdelen krediet is gelijk aan 72% van dit bedrag, dus 35.133.613 euro. Elke betrokken gemeente zal een aandeel krijgen gelijk aan ten minste 72% van de inkomsten die de inning van de opcentiemen zouden hebben opgebracht. Aangezien het bedrag uitgetrokken op de begrotingsallocatie van de aangepaste begroting van 2004 voldoende is, zal men rechtstreeks aan elke betrokken gemeente en aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het geheel van hun aandelen toekennen. De Vlaamse en de Waalse Regering en de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben een positief advies gegeven.