Eengemaakte jaarlijkse taks op de kredietinstellingen
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Financiën Johan Van Overtveldt een voorontwerp van wet goed tot invoering van een nieuwe eengemaakte jaarlijkse taks op de kredietinstellingen ter vervanging van de bestaande jaarlijkse taksen, van de aftrekbeperkende maatregelen in de vennootschapsbelasting en van de bijdrage voor de financiële stabiliteit.
Het ontwerp voert het regeerakkoord uit en wil verschillende bankentaksen samenbrengen in een eengemaakte taks. Het gaat om volgende bankentaksen:
- de jaarlijkse taks op de kredietinstellingen in het Wetboek diverse rechten en taksen
- de jaarlijkse taks op de collectieve beleggingsinstellingen, op de kredietinstellingen en op de verzekeringsondernemingen, opgenomen in het Wetboek der successierechten
- de beperking in de vennootschapsbelasting van de aftrek van verliezen, van de DBI-aftrek en van de notionele intrestaftrek (NIA)
- de bijdragen van de banken aan de financiële stabiliteit
De heffingsgrondslag van de nieuwe eengemaakte taks, opgenomen in het Wetboek diverse rechten en taksen, wordt gevormd door een boekhoudkundig gegeven: schulden tegenover cliënten. Om manipulatie van de data op het einde van het jaar te vermijden, wordt vanaf 2017 de taks berekend over een jaargemiddelde. In principe moet hij op 1 juli van het aanslagjaar betaald zijn. Voor het overgangsjaar 2016 wordt de taks berekend op het bedrag op 31 december 2015.
Het ontwerp wordt voor advies overgemaakt aan de Raad van State.