Een eerste balans van de toepassing van de genderquotawet in de bestuursraden van ondernemingen
Brussel, 25 januari 2016 – Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen maakt een eerste balans op van de toepassing van de wet van 28 juli 2011 over de aanwezigheid van vrouwen in de bestuursraden van beursgenoteerde ondernemingen, economische overheidsbedrijven en de Nationale Loterij. Een onderzoek toont aan dat het percentage vrouwen in de bestuursraden van de onderzochte bedrijven op 6 jaar verdubbeld is: van 8,2% in 2008 naar 12,7% in 2012 en 16,6% in 2014.
“Deze bemoedigende resultaten bewijzen dat de dwingende aanpak werkt. We mogen echter niet vergeten dat de vastgestelde minimumdoelstelling van minstens een derde vrouwen nog lang niet bereikt is bij een groot aantal bedrijven”, verklaart Liesbet Stevens, adjunct-directeur van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. De wet is al van toepassing voor de overheidsbedrijven sinds 2012, maar treedt voor de grote beursgenoteerde ondernemingen pas in werking in 2017 en voor de kleine in 2019.
In 2014 haalde maar 21 % van de onderzochte bedrijven, of 25 van de 119, het derde vrouwen voorzien door de wet. In 2012 was het maar 13,6 % van bedrijven.
“Het feit dat veel vrouwen nog vaak moeten kiezen tussen moederschap en carrière en dat ze binnen hun gezin het meeste werk verzetten in het huishouden en de opvoeding, en het feit dat seksistische stereotypen blijven voortbestaan in sommige bedrijven en sectoren kunnen een verklaring zijn voor deze zwakke vrouwelijke vertegenwoordiging”, verklaart Liesbet Stevens.
De beursgenoteerde privéondernemingen die de wettelijke doelstelling hebben bereikt in 2014 zijn Melexis, Sioen Industries, Aedifica, Delhaize, Elia System Operator, KBC Ancora, Fountain, GIMV, IEP Invest, QRF, Umicore, Fluxys, Lotus, Immobel, Compagnie du Bois Sauvage, EVS Broadcast, Zenitel en Financière de Tubize. Melexis en Sioen Industries horen bij de betere leerlingen met respectievelijk 50% en 44% vrouwen in hun bestuursraden.
Alle economische overheidsbedrijven, evenals de Nationale Loterij voldeden aan de wettelijke doelstelling in 2014, maar sommige doen het beter dan andere. Zo telde de raad van bestuur van Proximus 50% vrouwen in 2014, die van Infrabel 40%, bij Bpost ging het om 33%, bij Belgocontrol en de NMBS/NMBS holding 30%. De Nationale Loterij landde op 42%.
De invloed van de grootte van de onderneming en de sector
De grootte van de onderneming lijkt een invloed te hebben op het genderevenwicht in de raad van bestuur van een beursgenoteerde onderneming. De aanwezigheid van vrouwen in de bestuursraden van de Bel20-bedrijven ligt hoger (21,5%) dan bij de besturen van ondernemingen uit de Bel Small (13,7%).
De resultaten variëren ook naargelang de sectoren. Dit geldt zowel in de privésector als bij de overheid. Ondernemingen met minder goede resultaten (12 à 14% vrouwen) zijn terug te vinden in de financiële sector, de geneesmiddelenindustrie, de bouw, het transport en de exploitatie van elektriciteit. De meeste bedrijven maken deel uit van deze sectoren (77 van de 119).
De ondernemingen die het meeste vooruitgang hebben geboekt op het gebied van de gendergelijkheid in hun raad van bestuur maken deel uit van de sectoren die verband houden met chemie, textiel en voeding en technologie. Het aantal vrouwen verdrievoudigde er tussen 2008 en 2014, tot een gemiddelde van 20%.
Tot slot blijkt dat het totaal aantal leden in de bestuursraden min of meer gelijk is gebleven sinds de publicatie van de wet. Er werden dus geen extra plaatsen gecreëerd voor vrouwen, maar ze volgden daadwerkelijk mannen op bij de hernieuwing van de mandaten.
De directiecomités
De wet van 28 juli 2011 is niet van toepassing op de directiecomités. Het Instituut heeft er niettemin voor gekozen om ook de balans op te maken van de gelijkheid van vrouwen en mannen in de strategische en beslissingsfuncties. Vrouwen zijn er heel zwak vertegenwoordigd. In 2014 telde bijna de helft van alle onderzochte directiecomités (47,8%) geen enkele vrouw, en 39,1% maar één. In tegenstelling tot de bestuursraden geldt dat hoe kleiner een onderneming is, hoe meer gelijkheid in het directiecomité. Zo tellen de bedrijven van de Bel Small meer vrouwen in hun directiecomités (17,3%) dan de Bel20-bedrijven (15,2%).
In de directiecomités van de overheidsbedrijven zijn vrouwen amper aanwezig en in bepaalde gevallen helemaal niet. Het gaat dan over 6,6% vrouwen, tegenover 12,1% voor alle bedrijven samen. Sommige overheidsbedrijven die de wet op de quota in de bestuursraden wel naleven, zoals de NMBS, of die nog beter doen, zoals Bpost, hebben geen enkele vrouw in hun directiecomité.
Aanbevelingen
Het Instituut wijst opnieuw op het belang van het beschermen, versterken en flexibeler maken van de systemen voor ouderschapsverlof en loopbaanonderbreking en om vaders aan te moedigen om er gebruik van te maken. Het pleit er ook voor dat er genderquota worden opgelegd voor de directiecomités van beursgenoteerde ondernemingen en autonome overheidsbedrijven, want dat is de meest efficiënte manier om op korte termijn daadwerkelijke resultaten te boeken op het vlak van gendergelijkheid.
Het onderzoek naar de toepassing van de quota “De eerste balans van de wet van 28 juli 2011 over genderquota in raden van bestuur” van het Instituut is gratis beschikbaar op zijn website: http://igvm-iefh.belgium.be
Perscontact
Elodie Debrumetz
E-mail : elodie.debrumetz@iefh.belgique.be
Tel.: 02 233 49 47
GSM: 0497 23 67 67
http://igvm-iefh.belgium.be