Hoort bij Ministerraad van 25 maart 2021
Dringende wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek en telewerkvergoeding ten gevolge van het coronavirus
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne een voorontwerp van wet goed houdende dringende bepalingen tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en tot regeling van de telewerkvergoeding van het gerechtspersoneel tijdens de huidige gezondheidscrisis.
Het voorontwerp beoogt in de eerste plaats drie dringende wijzigingen in het Gerechtelijk Wetboek:
- voorzien in de mogelijkheid dat op rust gestelde magistraten, die als plaatsvervangend magistraat optreden, zich tot 75 jaar (in de plaats van 73 jaar) kunnen blijven engageren wanneer ze dat wensen
- een specifieke rechtsgrond invoeren, zodat de Koning de modaliteiten van het telewerk van het gerechtspersoneel kan vaststellen
- bepalen dat het beginpunt voor de berekening van de termijn om rechtsmiddelen aan te wenden wanneer er kennisgevingen, mededelingen en neerleggingen gebeuren via het centraal register van bescherming van personen, wordt vastgelegd op basis van een bericht van opening
Het voorontwerp voorziet overigens in een rechtsgrond voor de toekenning van een telewerkvergoeding en een kantoorvergoeding aan het gerechtspersoneel ingevolge het gedwongen telewerk wegens de coronacrisis.
Het voorontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.