Doorrekening verkiezingsprogramma's van de politieke partijen door het Federaal Planbureau
De ministerraad gaat op voorstel van eerste minister Charles Michel en minister van Economie Kris Peeters akkoord met de opstart van de voorbereidende werkzaamheden in het kader van de wet van 22 mei 2014 over de doorrekening van de verkiezingsprogramma's van de politieke partijen bij de verkiezingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers door het Federaal Planbureau.
Het dossier heeft een dubbele doelstelling:
- de regering op de moeilijkheden wijzen van de uitvoering van de wet over de doorrekening van verkiezingsprogramma's door het Federaal Planbureau
- voorzien in de specifieke noodzakelijke budgetten voor de opstart van de werkzaamheden om de nodige instrumenten te ontwikkelen
Elke politieke partij die een vertegenwoordiger heeft in de Kamer van volksvertegenwoordigers of in een Parlement van een Gewest of Gemeenschap moet de doorrekening van haar prioriteitenlijst laten uitvoeren. Elke politieke partij die geen vertegenwoordiger heeft in de Kamer van volksvertegenwoordigers of in een Parlement van een Gewest of een Gemeenschap kan de doorrekening van haar prioriteitenlijst ook laten uitvoeren. Het aantal verkiezingsprogramma's dat het Planbureau moet doorrekenen bedraagt minimum twintig eenheden en kan oplopen tot het driedubbele.
Het Planbureau heeft extra middelen nodig om op tijd te kunnen starten en zo zijn taak tot een goed einde te brengen. Het gaat om de aanwerving van acht personen met specifieke profielen voor de modelleringsfase en de daarbij horende werkings- en investeringskosten.
In het kader van de taak die werd toevertrouwd aan het Planbureau, wordt een bijkomend krediet van 345 000 euro toegekend in 2016. Voor de opmaak van de initiële begroting van 2017 zal een voorstel worden uitgewerkt in overleg met het Parlement, zodat de nodige kredieten worden toegekend aan het Federaal Planbureau. Tegen eind 2016 zal er in samenwerking met het Planbureau een evaluatie en eventuele optimalisatie worden uitgewerkt van alle wettelijke opdrachten van het Planbureau.
Tegen oktober 2016 worden de kabinetten van de eerste minister en de minister van Economie en Werk belast met de voorbereiding van een dossier dat aan een werkgroep beleidscoördinatie de mogelijke pistes voor een wijziging van de wet van 22 mei 2014 voorstelt, om deze volledig toepasbaar te maken. Die verschillende pistes zullen worden uitgewerkt in overleg met het Parlement van het Planbureau.