10 jul 2015 16:33

Diverse bepalingen inzake asiel en migratie

Op voorstel van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken, heeft de ministerraad een voorontwerp van wet houdende diverse bepalingen inzake asiel en migratie goedgekeurd.

Het voorontwerp van wet beoogt de aanpassing van de vreemdelingenwet betreffende de toegang tot het grondgebied en het kort verblijf, de gezinshereniging, de burgers van de Unie en hun familieleden alsook de familieleden van een Belg, de nadere regels voor de kennisgeving van de beslissingen, het fouilleren in de gesloten centra, de fraude, de bevoegdheden van de burgemeester en de asielprocedure. Het voorontwerp van wet wijzigt eveneens de wet betreffende de opvang van de asielzoekers en past het opvangmodel aan wegens de verkorting van de duur van de asielprocedure.

Toegang tot het grondgebied en kort verblijf:

Het voorontwerp wijzigt sommige bepalingen van de wet om rekening te houden met de evolutie van de Europese wetgeving en rechtspraak inzake de toegang tot het grondgebied en het korte verblijf, inclusief inzake visa.

Gezinshereniging met een onderdaan  van een derde land:

Het voorontwerp van wet  brengt de wet in overeenstemming met het arrest nr.121/2013 van het Grondwettelijk Hof. Om geen discriminatie te veroorzaken ten opzichte van de familieleden van een burger van de Unie van wie de duur van het verblijf voor het verkrijgen van het duurzaam verblijf op vijf jaar is gebracht brengt het ontwerp van wet bovendien op vijf jaar, ten eerste, de duur van de periode tijdens dewelke de minister of zijn gemachtigde een einde kan maken aan het verblijf van een familielid van een onderdaan van een derde land die een verblijfstitel heeft op basis van artikel 10 van de wet van 15 december 1980 en, ten tweede, de duur van het verblijf waarna dit familielid een verblijf van onbeperkte duur kan verkrijgen.

Burgers van de Europese Unie en hun familieleden:

Het voorontwerp brengt de wet in overeenstemming met het arrest nr.121/2013 van het Grondwettelijk Hof door een onderscheid te maken tussen de Belgen die gebruik  hebben gemaakt van hun recht op  vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de Europese Unie en de Belgen die daar geen gebruik van hebben gemaakt.

Kennisgeving van de beslissingen:

Het voorontwerp herneemt in twee paragrafen de lijst van de overheden die de beslissingen krachtens de wet op de vreemdelingen ter kennis kunnen brengen en de wijze waarop deze overheden dat kunnen doen.

Het fouilleren in de gesloten centra:

Op dit ogenblik kan een vreemdeling in een gesloten centrum op drie verschillende ogenblikken worden gefouilleerd: bij zijn  aankomst in het centrum, na een bezoek en voordat hij wordt overgebracht. Om de veiligheid van de bewoners, de bezoekers en de personeelsleden te garanderen, maakt het voorontwerp het mogelijk in de gesloten centra op andere momenten fouilleringen uit te voeren. Het gaat hier enkel om fouilleringen om redenen van veiligheid of ordehandhaving. Dit betekent dat deze fouillering nooit systematisch is en wordt  uitgevoerd om zowel de bewoner zelf als de andere bewoners, de bezoekers en de personeelsleden te beschermen.

Fraude:
Het voorontwerp voegt een nieuwe titel toe in de wet om de bepalingen inzake fraude krachtens het beginsel fraus omnia corrumpit (bedrog tast alles aan) te verduidelijken. Bij een vermoeden van fraude kan de minister of zijn gemachtigde specifieke controles uitvoeren.

Het voorontwerp bepaalt verder expliciet dat de intrekking van het verblijf van een buitenlands onderdaan in alle gevallen zal worden voorafgegaan door een evenredigheidsonderzoek.

Delegatie van bevoegdheden door de burgemeester:

Het voorontwerp van wet beoogt uitdrukkelijk in de wet  op te nemen dat de burgemeester de bevoegdheden die hem worden toegekend door de wet van 15 december 1980 kan overdragen aan personeelsleden van het gemeentebestuur en niet alleen aan een schepen.

Asiel:

Wanneer het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen de internationale beschermingsstatus heeft opgeheven of ingetrokken of wanneer de vreemdeling afstand heeft gedaan van zijn status, zal de minister of zijn gemachtigde beslissen of de vreemdeling nog toegelaten of gemachtigd is tot verblijf. In sommige gevallen kan de minister of zijn gemachtigde een einde stellen aan het op basis van internationale bescherming verkregen verblijf van beperkte of onbeperkte duur en een bevel geven om het grondgebied te verlaten. De rechtsbasis hiervoor wordt nu voorzien onder de algemene bepalingen in plaats van, zoals voorheen, onder de aanvullende en afwijkende bepalingen betreffende bepaalde categorieën van vreemdelingen.

In de volgende gevallen kan de minister of zijn gemachtigde een einde stellen aan het op basis van internationale bescherming verkregen verblijf van de vreemdeling en hem een bevel geven om het grondgebied te verlaten:

  • tijdens een verblijf van beperkte duur, na een beslissing door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen tot opheffing of intrekking van de subsidiaire beschermingsstatus,
  • tijdens het verblijf van onbeperkte duur, na een beslissing door  het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen tot intrekking van de vluchtelingenstatus of de subsidiaire beschermingsstatus, meer bepaald tot intrekking van de internationale beschermingsstatus indien de status werd erkend op grond van feiten die verkeerd werden weergegeven of  achtergehouden, van valse verklaringen of vervalste documenten die doorslaggevend zijn geweest voor de erkenning of toekenning van de status of tot intrekking van de internationale beschermingsstatus, indien het persoonlijk gedrag van de vreemdeling er later op wijst dat hij geen vervolging of ernstige schade vreest. De beperking van de termijn waarbinnen de minister of zijn gemachtigde in dit geval een bevel om het grondgebied te verlaten kon afgeven, wordt opgeheven.

Opvangmodel voor asielzoekers:

Het voorontwerp beoogt de aanpassing van het opvangmodel omwille van de verkorting van de asielprocedure, wat inhoudt dat de voorkeur wordt gegeven aan collectieve opvang. Een snelle asielprocedure laat immers toe niet langer een opvangtraject te handhaven waar, op basis van de beschikbaarheid van opvangplaatsen, automatisch een individuele opvangplaats wordt toegekend   na een fase van opvang in een collectief centrum.

De individuele opvang zal voortaan worden voorbehouden aan personen die daaraan de grootste behoefte hebben, namelijk zij die worden geïdentificeerd als deel uitmakende van kwetsbare groepen en degenen met een grote kans op het verkrijgen van de vluchtelingenstatus of subsidiaire bescherming vanwege hun land van herkomst.

De minimumtermijn van verblijf in een collectieve opvangstructuur wordt verlengd tot zes maanden, alvorens de overbrenging naar een individuele opvangstructuur kan worden gevraagd.

Het voorontwerp is voor advies overgemaakt aan de Raad van State.

voorontwerp van wet houdende diverse bepalingen inzake asiel en migratie en tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen