Dienstverlening van het OCMW valt niet te reduceren tot een leefloon
Brussel, 4 december 2017. Elke meerderjarige Belg die over te weinig bestaansmiddelen beschikt heeft recht op een leefloon. Bijkomende voorwaarden zijn dat de hoofdverblijfplaats zich in België bevindt en men bereid is om te werken tenzij dat dit niet gaat om medische redenen of om billijkheidsredenen.
De wetgever is hierover duidelijk net als over de verplichting voor het OCMW om bij elke hulpaanvraag een sociaal onderzoek in te stellen waarbij de maatschappelijke assistent nagaat welke inkomsten er zijn, hoe het gezin is samengesteld, welke andere noden de persoon heeft, ...
Het OCMW dient zo een aantal vragen stellen om te kunnen bepalen hoe men het beste kan helpen. Willekeur in de toekenning van een leefloon kan niet omdat de voorwaarden overal dezelfde zijn. De arbeidsrechtbank waarbij elke hulpbehoevende tegen een beslissing van het OCMW in beroep kan gaan, waakt over dit gelijkheidsbeginsel.
Op basis van dit sociaal onderzoek wordt beslist of het OCMW een leefloon verstrekt en/of welke andere vormen van maatschappelijke hulp kunnen aangeboden worden waarover de instelling beschikt. Hierin zit de kracht van het lokaal beleid om op maat van het individu een adequaat pakket aan maatregelen voor te stellen die worden opgenomen in het GPMI-contract dat wel kan verschillen tussen OCMW’s. Een groter OCMW kan zo bijvoorbeeld beslissen om een tewerkstellings- of een opleidingstraject binnen het OCMW aan te bieden waar kleinere OCMW’s in zee kunnen gaan met andere partners. Maatschappelijke assistenten kunnen zo verschillen in aanpak door bepaalde eigen lokale accenten te leggen zonder de hulpvraag van de persoon uit het oog te verliezen.
Julien Van Geertsom, Voorzitter POD MI: “De automatische toekenning van sociale rechten maakt deel uit van het huidige sociale en politieke discours waar de onderzoekers van het Jaarboek Armoede ook aan bijdragen. Het doel van zo een automatisering is immers om doeltreffender te werken waardoor de non-take up van deze rechten vermindert. Ook hier werken we als Federale Overheid aan mee. Dit is een onderdeel van een groter geheel aan maatregelen in het armoedebestrijdingsbeleid om ieder individu terug in te schakelen in de samenleving. Het automatisch toekennen van een leefloon kan echter niet zomaar omdat de dienstverlening van het OCMW niet te reduceren valt tot het verstrekken van geld en aldus ruimer geïnterpreteerd dient te worden.”