De Civiele Bescherming voert, met ondersteuning van de federale politie, een bevel uit tot opvordering van reagentia om te testen op het COVID-19 virus
De Minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid Pieter De Crem heeft donderdag 19 maart een bevel tot opvordering ondertekend ten aanzien van een firma in Luik. De opvordering had betrekking tot een voorraad reagentia om infecties met het coronavirus te detecteren. De civiele bescherming kreeg de opdracht om het bevel tot opvordering aan de firma te betekenen en de voorraad te verzegelen. De diensten van de federale politie hadden de taak om de operationele diensten van de civiele bescherming bij te staan.
Op dit moment bestaat de kans dat de tests die nodig zijn om COVID-19 op te sporen, in mindere mate of helemaal niet meer beschikbaar zullen zijn. Het was daarom essentieel om de beschikbare reagentia op te vorderen.
Er zijn 150 kits opgevorderd. Elke kit laat toe om 1.250 testen voor te bereiden. In totaal zijn er dus 187.500 testen mogelijk met de opgevorderde voorraad. De producen die opgevorderd zijn werden verzegeld en blijven ter plaatse om te verzekeren dat ze in de beste omstandigheden kunnen bewaard worden (een temperatuur van -80 graden is noodzakelijk). De verzegelde voorraad zal worden vrijgegeven volgens de noden van het terrein.
Het betrokken bedrijf werd vooraf niet op de hoogte gebracht van deze actie maar was erg coöperatief en bood ook spontaan haar hulp aan in de verdere strijd tegen het coronavirus.
De opvordering vond plaats op verzoek van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten.