COVID-19: vermindering van de kost van de infrastructuurvergoeding voor het goederenvervoer per spoor
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Mobiliteit Georges Gilkinet een ontwerp van koninklijk besluit goed tot invoering van een mechanisme voor de vermindering van de kost van de infrastructuurvergoeding voor het goederenvervoer per spoor.
De Europese verordening 2020/1429 tot vaststelling van maatregelen voor een duurzame spoorwegmarkt naar aanleiding van de COVID-19-uitbraak geeft de lidstaten de mogelijkheid om infrastructuurbeheerders toe te staan de heffingen voor de minimale dienstverlening en voor de toegang tot spoorweginfrastructuur te verlagen, kwijt te schelden of uit te stellen, tijdens de periode van 1 maart 2020 tot en met 30 juni 2021. Deze verordening maakt het lidstaten ook mogelijk om infrastructuurbeheerders toe te staan de heffingen te evalueren en geen annuleringskosten te eisen voor toegekende treinpaden die tijdens de referentieperiode niet worden gebruikt.
In België zorgt de vastgestelde daling van het verkeer voor ernstige risico’s voor het voortbestaan van de activiteiten van verschillende spoorwegexploitanten. Het gaat hier echter om strategische sectoren die nodig zijn voor de bevoorrading van het land en voor de werking van de industrie, en die essentieel zijn om de door de regering besloten energie- en klimaattransitie te realiseren. Het ontwerp beoogt dus twee tijdelijke maatregelen in te voeren voor de spoorwegexploitanten in het commercieel goederenvervoer:
- een lineaire vermindering van 0,75 euro per treinkilometer van de heffing voor commercieel goederenvervoer voor dat effectief in België plaatsvindt vanaf 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021
- een annulering van de annulerings- en reservatiekosten van de treinpaden vanaf 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021
Het ontwerp wordt ter ondertekening voorgelegd aan de Koning.
Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de voorlopige regels die als beheerscontract van Infrabel en van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen gelden