Conferentie te Cancun
Op voorstel van de heer Louis Michel, Minister van Buitenlandse Zaken, bevestigde en hechtte de Ministerraad zijn goedkeuring aan de richtlijnen voor de positie die België op de Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WHO) te Cancun (Mexico) zal verdedigen. Deze Conferentie gaat door van 10 tot 14 september 2003.
Op voorstel van de heer Louis Michel, Minister van Buitenlandse Zaken, bevestigde en hechtte de Ministerraad zijn goedkeuring aan de richtlijnen voor de positie die België op de Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WHO) te Cancun (Mexico) zal verdedigen. Deze Conferentie gaat door van 10 tot 14 september 2003.
De Ministerraad engageert zich om een actief beleid te voeren inzake een billijke wereldhandel en zal de integrale verwezenlijking van de Doha Development Agenda verdedigen (*). Hij wenst dat Cancun daartoe een politieke impuls geeft. (*) in 2001 vastgelegd. Bijlage punt 28 Betreft : Wereldhandelsorganisatie ? 5de Ministeriële Conferentie te Cancun ? Belgische positie 1. Van 10 tot 14 september zal in Cancun, Mexico, de 5de Ministeriêle Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WHO) plaats vinden, met als objectief om een stand van zaken op te maken van de « Doha Development Agenda » die in 2001 in Doha werd vastgelegd, en om er nieuwe politieke impulsen aan te geven. 2. Daartoe zal de Raad (Algemene Zaken en Externe Betrekkingen) van de Europese Unie in een buitengewone zitting samenkomen te Cancun gedurende de ganse duur van de Conferentie om de evolutie van de finale fase van de onderhandelingen te volgen en bijkomende richtlijnen te geven aan de Commissie, die onderhandelt namens de EU. 3. De Belgische regering heeft in het regeerakkoord haar ambities bevestigd om een meer rechtvaardige wereld te creëren en engageert zich om een actief beleid te voeren inzake een billijke wereldhandel, onder andere door de concretisering van de gehele Doha Development Agenda. België zal zich dus inspannen voor een totale integratie van de ontwikkelingslanden en hun bezorgdheden in de wereldhandel, naast het streven naar maatregelen die de internationale economische groei moeten aanzwengelen. De Belgische regering zal zich eveneens inzetten voor het respect van de sociale normen die zijn vastgelegd door de Internationale Arbeidsorganisatie en zal erover waken dat een structurele band wordt gelegd tussen de Wereldhandelsorganisatie en de Internationale Arbeidsorganisatie. Zij verheugt zich dan ook over de Conclusies die terzake werden aangenomen op 21 juli door de RAZEB, gevolg gevend aan een Communicatie van de Commissie getiteld «Promotie van de fundamentele arbeidsnormen », ook al had België gepleit voor een integratie van de tekst in de algemene conclusies voor Cancun. In de context van het zoeken naar een globalisering met een menselijk gelaat, beschouwt de regering de WHO als een van de cruciale instrumenten om een rechtvaardig multilateraal handelskader uit te bouwen, dat, door de combinatie van maatregelen ter bevordering van de markttoegang en van aangepaste regulering, in coördinatie met de andere bevoegde internationale organisaties, moet bijdragen in belangrijke mate tot economische groei, de creatie van kwaliteitsvolle werkgelegenheid, ontwikkelingsperspectieven, armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling en het beheer van de uitdagingen van de globalisering. 4. Binnen de Europese Unie wil de Belgische regering actief bijdragen tot het verwezenlijken van deze ambities. Dank zij de volgehouden inspanningen van België zijn die principes trouwens deels terug te vinden in de Conclusies van de Raad van Ministers van de EU van 21 juli 2003, die de Europese positie voor Cancun bepalen. Tijdens die Raad heeft België eveneens de Conclusies herbevestigd van oktober 1999, die van noveber 2001 in Doha, de Conclusies van de Raad Landbouw van 26 juni 2003 en de Ministeriële Verklaringen van Singapore en Doha en de bijhorende teksten, als actiebasis voor de EU voor de onderhandelingen in het kader van de Doha Development Agenda en de voorbereiding van de conferentie van Cancun. 5. Wat betreft de punten die specifiek in Cancun aan bod komen, is het volgende te noteren : - De dringende kwestie van toegang tot generische geneesmiddelen was onopgelost gebleven na de adoptie in Doha van een akkoord over « Intellectuele Eigendom en Volksgezondheid. Voor de Belgische regering was het absoluut noodzakelijk dat een oplossing daarvoor gevonden werd, en de regering juicht toe dat op 30 augustus, op de valreep, een akkoord terzake in Genève is bereikt, en vraagt een snelle en daadwerkelijke toepassing. - De regering wenst dat in Cancun een coherent en substantieel geheel kan worden aangenomen van beslissingen betreffende speciale en gedifferentieerde behandeling, vooral voor de Minst Ontwikkelde Landen. Doha had bepaalde vervaldata opgelegd voor dit belangrijk dossier die niet gerespecteerd zijn. - De regering pleit ervoor dat alle industrielanden en de ontwikkelingslanden die er de capaciteit voor hebben, het initiatief «Everything But Arms» aannemen ten voordele van de minst ontwikkelde landen. - Inzake landbouw hoopt België dat in Cancun een evenwichtig akkoord kan worden aangenomen dat beantwoordt aan de engagementen genomen in Doha en tegelijk het kader respecteert van de recente hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. De regering verheugt zich dan ook over het akkoord betreffende e hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid dat bereikt werd op de Raad Landbouw van 25-26 juni 2003. Inderdaad, de productiesubsidies moeten in dat kader geleidelijk aan vervangen worden door inkomenssteun ; de exportsubsidies moeten geleidelijk aan afgeschaft worden voorzoverre alle vormen van steun aan de export door alle landen op equivalente manier worden behandeld. Dit zal bijdragen tot de voedselsoevereintiteit van de landen van het Zuiden, waarbij hun landbouwproducties en ?exporten bevoordeelt worden. Terzelfdertijd zouden deze subsidies kunnen worden geheroriënteerd naar de diversificatie van de activiteiten in ruraal gebied en naar assistentie aan onze landbouwers in een moeilijke positie. Gezien de specificiteit van de landbouw moet het resultaat van de onderhandelingen op het vlak van de markttoegang en van de interne steun, rekening houden met de niet-handelsgebonden aspecten, zoals volksgezondheid, milieubescherming, voedselveiligheid, dierenwelzijn, enz. Het is essentieel dat het geheel van onderhandelingsthema?s tegelijkertijd behandeld worden. Bovendien is het eveneens van belang dat een vrijwaringsmechanisme wordt behouden. Tenslotte zal gestreefd worden naar een aangepaste differentiatie tussen de ontwikkelingslanden, om te vermijden dat een oneerlijke concurrentie tussen Noord en Zuid vervangen wordt door een oneerlijke concurrentie tussen Zuid en Zuid. - De regering wenst dat in Cancun de modaliteiten worden aangenomen voor de reductie van tarieven op niet-landbouwproducten, en voor het wegwerken van de niet-tariffaire belemmeringen, opdat het onderhandelingsproces over markttoegang voor niet-landbouwproducten vooruitgang zou kennen, rekening houdend met de moeilijkheden voor de meest kwetsbare landen. - De regering wenst dat voor de dienstenonderhandelingen een precieze kalender wordt aangenomen in Cancun. De onderhandelingen verlopen op basis van vragenlijsten (« requests ») en aanbodlijsten (« offers »), maar deze laatsten zijn van een teleurstellende kwaliteit gebleken, o.a . dat van de VSA. Cancun moet dus een oproep lanceren aan alle lidstaten om zich met meer overtuiging in deze oefening te engageren. De onderhandelingen bevat eveneens discussies over het opstellen van specifieke regels. In dat verband meent de Belgische regering dat het cruciaal is om rekening te houden met de legitieme bezorgdheden inzake diensten van algemeen belang, wat betekent dat de tekst van het GATS-akkoord wordt herzien om een definitie met criteria toe te voegen die toelaten het onderscheid te maken tussen diensten die wel en diensten die niet verhandelbaar zijn, om deze laatsten uit te sluiten. Om die reden heeft de Belgische regering doen opnemen in het proces-verbaal van de Raad van 21 juli dat ze voorstander is van een evaluatie, een verduidelijking en indien nodig een herziening van de Conclusies van oktober 1999, die het onderhandelingsmandaat van de Commissie vormen. Overigens zijn de offensieve belangen van deze sector enorm, zowel voor de industrielanden als voor de ontwikkelingslanden. Er bestaat immers een grote kloof tussen het belang van deze sector in het BNP (vaak meer dan 75%) en het belang in de handel : slechts 20%. Volgens de recente cijfers van de WHO is België de 10de exporteur er wereld van goederen, met een waarde van 213,2 miljard USD in 2002, ttz. zo?n 3,3% van de wereldhandel. Voor de export van diensten bekleedt ons land zelfs de 9de plaats, met een waarde van 53,3 miljardUSD of zo?n 3,5% van de wereldhandel. Te noeteren dat diensten ongeveer 3/4de van ons BNP uitmaken maar slechts 20% van de waarde van onze export bepalen. - België pleit voor een opening, in Cancun, van onderhandelingen over de Singapore thema?s (investeringen, concurrentie, handelsvereenvoudiging en transparatie in openbare aanbestedingen), die van groot belang zijn voor onze bedrijven en een systemische impact hebben op de ontwikkeling van handel, ook ten voordele van de ontwikkelingslanden. Met het oog op het opstarten van deze onderhandelingen, zal België pleiten voor een samenwerking met de pertinente multilaterale organisaties, voor een inachtname van hun sociale en milieudimensies en voor een ontwikkelingsdimensie. - België wenst dat in Cancun een nieuwe impuls wordt gegeven aan de onderhandelingen over handel en milieu, gericht op het bereiken van een evenwicht, meer bepaald voor wat betreft het statuut van waarnemer in de WTO voor de secretariaten van de Multilaterale Milieu Akkoorden. Het gaat hier om een belangrijk element van de bijdrage van de WHO aan duurzame ontwikkeling. - De Belgische regering pleit ervoor dat de specifieke deadline voor de onderhandelingen over het Geschillenregelingsmechanisme zou worden gerespecteerd en dat deze toelaten te komen tot een een grotere transparantie en een betere toegang. 6. De onderhandelingen van de WHO moeten eveneens gesitueerd worden tegen de achtergrond van een belangrijk maatschappelijk debat over globalisering, en meer bepaald over de waardevolle bijdrage die de WHO zou kunnen leveren aan het tot stand komen van een meer billijke wereldhandel. De regering engageert zich om voor, tijdens en na de Conferentie vcan Cancun haar nauwe consultaties verder te zetten met het Parlement en de civiele maatschappij, waarvan vertegenwoordigers zijn opgenomen in de Belgische officiële delegatie. Voorstel van beslissing De Ministerraad, bijeen op 5 september 2003, - engageert zich om een actief beleid te voeren inzake een billijke wereldhandel; - zal de integrale verwezenlijking van de Doha Development Agenda verdedigen, en wenst dat Cancun daartoe een politieke impuls geeft ; - bevestigt en hecht zijn goedkeuring aan de bovenvermelde richtlijnen voor de positie die België op de Ministerële Conferentie te Cancun zal verdedigen.