Civiel mondiaal satellietnavigatiesysteem
Instemming met het akkoord tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en Oekraïne
Instemming met het akkoord tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en Oekraïne
Op voorstel van de minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht keurde de ministerraad een voorontwerp van wet goed rond de instemming met het akkoord tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en Oekraïne. De Overeenkomst die het voorwerp is van dit voorontwerp van wet werd op 1 december 2005 gesloten. Zij regelt de samenwerking tussen de Partijen inzake de ontwikkeling en de exploitatie van het GALILEO-systeem met het oog op de implementatie van een civiel mondiaal satellietnavigatiesysteem (GNSS). De samenwerkingsmodaliteiten zijn relatief soepel. Op het gebied van beveiliging is evenwel bepaald dat, zo nodig, aanvullende overeenkomsten moeten worden gesloten. De Overeenkomst doet geen afbreuk aan de normen die van toepassing zijn op de Partijen in termen van beheer van hun respectieve programma's, informatiebeveiliging of controle van de technologieuitvoer. In de Overeenkomst is de mogelijkheid omschreven voor een entiteit aangewezen door de Oekraïense Regering om partij te worden bij de Gemeenschappelijke onderneming GALILEO. Aangezien die evenwel voor eind 2006 wordt opgeheven, zou met Oekraïne een aanvullende overeenkomst moeten worden gesloten om de modaliteiten (met name de financiering) vast te leggen van zijn medewerking aan het GALILEO-programma. De Overeenkomst voorziet in verschillende samenwerkingsgebieden en –vormen, met name inzake: • wetenschappelijk onderzoek (uitwisseling van experts en informaties), • toewijzing van radiofrequenties op internationaal vlak, • certificering van de GALILEO-normen ; • industriële activiteiten ; • ontwikkeling van diensten en markten afgeleid van de toepassingen, • ontwikkeling van regionale en lokale systemen. Er dient te worden aangestipt dat de medewerking van Oekraïne aan activiteiten die verband houden met gevoelige of beveiligde technologieën door de Overeenkomst wordt overwogen, maar het voorwerp moet zijn van aanvullende overeenkomsten. De procedure van inwerkingtreding veronderstelt de voorafgaande ratificatie door alle lidstaten op het ogenblik van de ondertekening van de Overeenkomst (25 Staten).