Cijfers van de economische begroting 2022
De ministerraad neemt op voorstel van minister van Economie Pierre-Yves Dermagne kennis van de cijfers van de economische begroting 2022, meegedeeld door het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR), overeenkomstig de wet van 21 december 1994.
De economische activiteit in de eurozone heeft tot dusver een forse inhaalbeweging gemaakt na het dieptepunt midden 2020. Na een krimp van 6,5 % in 2020 zou de economie van de eurozone als geheel met 5,2 % zijn gegroeid in 2021. In de loop van 2022 raakt de inhaalbeweging van de economische activiteit uitgewerkt, maar wordt voor de eurozone een nog steeds robuuste economische groei van 4,0 % verwacht. Het herstel van de particuliere consumptie en de buitenlandse handel gaat verder, terwijl de investeringen rugwind krijgen van de relanceplannen. Dat internationale scenario gaat gepaard met grote onzekerheden. Het veronderstelt dat het coronavirus onder controle blijft en nieuwe ingrijpende restricties vermeden kunnen worden, de knelpunten aan de aanbodzijde geleidelijk opgelost geraken, de geopolitieke spanningen tussen Rusland en het Westen niet verder escaleren en de energieprijzen geleidelijk afkoelen.
Na een krimp van 5,7 % in het jaar van de corona-uitbraak, veerde de Belgische economie in 2021 op met 6,1 %. De herneming werd ondersteund door alle bestedingscomponenten, met uitzondering van de voorraden. Net als elders in Europa werd de economische activiteit tijdens het vierde kwartaal afgeremd door de omikrongolf en door knelpunten aan de aanbodzijde. Dat resulteerde in een kwartaalgroei van 0,5 %. Die factoren zullen waarschijnlijk nog licht wegen op de economische activiteit in het eerste kwartaal van 2022 (0,4 %), waarna de groei zich vanaf het tweede kwartaal zou stabiliseren op 0,5 %. Dat leidt – samen met een positief overloopeffect – tot een bbp-groei van 3,0 % in 2022, met vooral de particuliere consumptie als sterkhouder.
Begin 2022 bereikte de Belgische inflatie, gemeten aan de hand van het nationaal indexcijfer van de consumptieprijzen, haar hoogste niveau sinds de eerste helft van de jaren 80. Dat is in de eerste plaats een gevolg van de hoge energieprijzen. De inflatie zou geleidelijk afnemen in de loop van dit jaar, maar hetzou wel tot oktober duren vooraleer de daling versnelt en de inflatie minder dan 5 % bedraagt. Op jaarbasis zou de inflatie uitkomen op 5,5 % en de gezondheidsindex met 5,4 % toenemen.
De binnenlandse werkgelegenheid heeft zich opvallend snel hersteld van de schok die de coronacrisis teweegbracht tijdens de eerste helft van 2020. In jaargemiddelden steeg de werkgelegenheid vorig jaar uitzonderlijk sterk (+84 000 personen). Vermits de coronasteunmaatregelen in de nabije toekomst afgebouwd worden, zal het arbeidsvolume dat nu nog aan de kant staat in tijdelijke werkloosheid, terug geabsorbeerd moeten worden door de ondernemingen. Dat zal bijdragen tot de tijdelijke verzwakking van de jobaangroei. Pas in het najaar zou de werkgelegenheidsgroei terug aantrekken. In jaargemiddelden valt de toename van de werkgelegenheid dit jaar terug tot +57 000 personen. Bij een gestage groei van de beroepsbevolking, zal de afzwakking van de werkgelegenheidsgroei ertoe leiden dat de werkloosheid minder sterk daalt dit jaar (in jaargemiddelden: -20 000 personen) dan vorig jaar (-33 000 personen).