Cijfers van de economische begroting 2019-2020
De ministerraad neemt op voorstel van minister van Economie Wouter Beke akte van de cijfers van de economische begroting 2019-2020, meegedeeld door het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR), overeenkomstig de wet van 21 december 1994.
De groei van de wereldeconomie wordt in 2019 en 2020 afgeremd door handelsconflicten en protectionistische maatregelen. De bbp-groei in de eurozone zou daardoor terugvallen tot 1,0% in 2019 en in 2020 (t.o.v. 1,9% in 2018). Dit scenario gaat gepaard met twee belangrijke neerwaartse risico’s, met name een verdere escalatie van de Amerikaans-Chinese handelsdisputen en een chaotisch vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU.
De groei van de Belgische economie verliest in 2019 voor het tweede jaar op rij aan elan. De internationale conjunctuurvertraging remt de uitvoergroei af, waardoor de Belgische bbp-groei vorig jaar terugviel tot 1,4% en dit jaar beperkt zou blijven tot 1,1%. Ook voor 2020 wordt een economische groei van 1,1% verwacht. De uitvoergroei verzwakt verder, maar de binnenlandse vraag zou dan aan kracht winnen onder impuls van de particuliere consumptie. Deze macroeconomische vooruitzichten anticiperen niet op eventuele besparingsmaatregelen (en hun economische impact) die de nieuwe regeringen kunnen nemen.
In de loop van dit jaar zou de groei van de werkgelegenheid geleidelijk afzwakken onder invloed van zowel de verzwakkende conjunctuur als oplopende productiviteitswinsten. In jaargemiddelden blijft de toename van de binnenlandse werkgelegenheid dit jaar bijzonder sterk (+62.000 personen), maar valt vervolgens terug tot 37.000 personen in 2020. Bij een licht aantrekkende groei van de beroepsbevolking, is de afname van het aantal werklozen (-27.000 personen in 2019 en -16.000 personen in 2020) minder uitgesproken dan tijdens de afgelopen vier jaar. De Eurostatwerkloosheidsgraad zou in beide jaren uitkomen op 5,5%.
Sinds 2017 is de groei van de arbeidskosten duidelijk versneld, waardoor zowel dit als volgend jaar de onderliggende inflatie zou aantrekken. De opwaartse druk daarvan op de inflatie, gemeten aan de hand van het nationaal indexcijfer van de consumptieprijzen, is echter beperkter dan de neerwaartse impact van de energieprijzen. De inflatie, die vorig jaar nog 2,1% bedroeg, zou daardoor terugvallen tot 1,5% in 2019 en tot 1,4% in 2020. Overeenkomstig de maandvooruitzichten voor de gezondheidsindex, zou de huidige spilindex voor de overheidswedden en sociale uitkeringen (107,20) worden overschreden in januari 2020.