Cijfers van de economische begroting 2019-2020
De ministerraad neemt op voorstel van minister van Economie Kris Peeters akte van de cijfers van de economische begroting 2019-2020, meegedeeld door het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR), overeenkomstig de wet van 21 december 1994.
De wereldeconomie groeit sinds 2018 in een lager tempo. De bbp-groei van de eurozone werd in de tweede helft van 2018 bovendien afgeremd door tijdelijke factoren, zoals een forse daling van de Duitse autoproductie. Mede door dat ongunstige startpunt, zou de bbp-groei in de eurozone dit jaar terugvallen tot 1,1% (t.o.v. 1,9% in 2018), maar in 2020 enigszins hernemen tot 1,4%. Dit scenario gaat gepaard met twee belangrijke neerwaartse risico’s, met name een verdere escalatie van de Amerikaans-Chinese handelsdisputen en een chaotisch vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie.
De Belgische economie bleef niet immuun voor de Europese conjunctuurvertraging, waardoor haar groei terugviel van 1,7% in 2017 tot 1,4% in 2018. De Belgische bbp-groei zou met 1,3% in 2019 en in 2020 nagenoeg hetzelfde tempo aanhouden als vorig jaar (gemiddeld ruim 0,3% per kwartaal). De uitvoergroei zou in 2019 verder verzwakken en zich vervolgens stabiliseren, terwijl de binnenlandse vraag in 2020 aan kracht wint onder impuls van de particuliere consumptie. Deze macroeconomische vooruitzichten anticiperen niet op eventuele besparingsmaatregelen die de toekomstige regeringen kunnen nemen, wat resulteert in neerwaartse risico’s in verband met de overheidsbestedingen en hun impact op de economische groei.
In de loop van dit jaar zou de groei van de werkgelegenheid geleidelijk afzwakken en zich vervolgens stabiliseren onder invloed van zowel de verzwakkende conjunctuur als oplopende productiviteitswinsten. In jaargemiddelden blijft de toename van de binnenlandse werkgelegenheid dit jaar bijzonder sterk (+56.000 personen), maar valt ze terug tot +39.000 personen in 2020. Bij een licht aantrekkende groei van de beroepsbevolking, is de afname van het aantal werklozen (-27.000 personen in 2019 en -17.000 personen in 2020) minder uitgesproken dan tijdens de afgelopen vier jaar. De Eurostat-werkloosheidsgraad zou dalen tot 5,7%.
Onder impuls van een quasi-stabilisering van de olieprijzen in euro dit jaar en een bescheiden daling volgend jaar zou de inflatie, gemeten aan de hand van het nationaal indexcijfer van de consumptieprijzen, geleidelijk terugvallen tot respectievelijk 1,7% en 1,5%. Ook de elektriciteitsprijzen zouden bijdragen tot de afkoeling van de inflatie. De toename van de gezondheidsindex zou dit jaar 1,7% bedragen. Volgend jaar zou die toename, met 1,6%, iets hoger uitkomen dan de inflatie. Overeenkomstig de maandvooruitzichten voor de gezondheidsindex, zou de huidige spilindex voor de overheidswedden en sociale uitkeringen (107,20) worden overschreden in november 2019. De volgende spilindex (109,34) zou niet bereikt worden in 2020.