Centralisatie van de overheidsparticipaties in de FPIM
De ministerraad gaat op voorstel van minister van Financiën Vincent van Peteghem akkoord met de centralisatie van de overheidsparticipaties in de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM).
Het regeerakkoord bepaalt dat, vanuit het oogpunt van deugdelijk bestuur en een duidelijke scheiding van de rol van de staat als aandeelhouder, beleidsmaker en regulator, de overheidsparticipaties in eenzelfde vehikel zouden moeten worden gecentraliseerd, namelijk op de balans van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM). Het doel van de scheiding van aandeelhouderschaps- en overheidsbeleid is gebaseerd op de richtlijnen voor het bestuur van overheidsbedrijven van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).
De FPIM is geschikt als entiteit waarbinnen de participaties gecentraliseerd worden, aangezien de wet van 2 april 1962 haar een opdracht toekent als overheidsholding alsook de mogelijkheid om gedelegeerde opdrachten uit te voeren. De centralisatie van alle overheidsparticipaties binnen de FPIM moet ervoor zorgen dat de overheid haar rol als aandeelhouder beter kan opnemen, aangezien de FPIM steeds actief haar participaties beheert en financieel opvolgt, en zij een adviserende rol kan spelen in het portfoliobeheer van de staat. Deze adviserende rol zorgt ervoor dat de staat beter geïnformeerde beslissingen kan nemen aangaande haar overheidsparticipaties en beter voorbereid is om zichzelf op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders te vertegenwoordigen.