23 jan 2009 10:10

CBFA

Toepassing van de wet over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer door de Commisie voor het bank-, financie- en assurantiewezen

Toepassing van de wet over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer door de Commisie voor het bank-, financie- en assurantiewezen

De CBFA verwerkt persoonlijke gegevens zoals bedoeld in art. 1 van de wet van 8 december 1992 over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De commissie komt immers door haar opdracht rechtstreeks met natuurlijke personen in contact of wordt onrechtstreeks geconfronteerd met persoonlijke gegevens tijdens de uitoefening van haar controleopdracht ten overstaan van rechtspersonen. De CBFA is dus verantwoordelijk voor de verwerking van de persoonsgegevens en is dus onderworpen aan de wet van 8 december 1992.

De koning kan echter openbare overheden die opdrachten van bestuurlijke politie uitoefenen van bepaalde verplichtingen vrijstellen. Dit is het geval voor de CBFA.

Er zijn twee gevallen waarin het nodig zou kunnen zijn een uitzondering op die verplichting te voorzien, zodat de CBFA haar opdracht als bestuurlijke politie kan uitoefenen:

  • wanneer de gegevens afkomstig zijn van derden en niet van de personen in kwestie, omdat het beroepsgeheim de CBFA niet toelaat de gegevens aan natuurlijke personen mee te delen;
  • wanneer de gegevens worden verwerkt in het kader van een administratieve sanctieprocedure: indien de persoon tijdens het voorafgaand onderzoek of het onderzoek door de auditeur het recht had om toegang tot zijn gegevens te hebben, dan zou hij die informatie kunnen gebruiken om het onderzoek te dwarsbomen.

De ministerraad heeft het ontwerp van koninklijk besluit goedgekeurd, genomen op basis van artikel 3, §5, 3° van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoongegevens.