Brexit: wijziging wat betreft de verplichting houder te zijn van een beroepskaart
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Middenstand David Clarinval een ontwerp van koninklijk besluit goed tot wijziging van een koninklijk besluit van 3 februari 2003 dat bepaalde categorieën van vreemdelingen vrijstelt van de verplichting houder te zijn van een beroepskaart voor de uitoefening van een zelfstandige beroepsactiviteit.
De door het akkoord inzake de Brexit voorziene overgangsperiode is geëindigd op 31 december 2020. Nu zijn er twee categorieën van onderdanen van het Verenigd Koninkrijk: de 'begunstigden van het akkoord', namelijk zij die hun verblijfsrecht hebben uitgeoefend voor het einde van de overgangsperiode, en de andere. Aangezien in het akkoord is bepaald dat de 'begunstigden van het akkoord' van de rechten en vrijheden blijven genieten die zij krachtens het recht van de Europese Unie genoten, voorziet dit ontwerp in een vrijstelling van de verplichting om in het bezit te zijn van een beroepskaart voor de uitoefening van een zelfstandige activiteit in België.
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.
Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 februari 2003 tot vrijstelling van bepaalde categorieën van vreemdelingen van de verplichting houder te zijn van een beroepskaart voor de uitoefening van een zelfstandige beroepsactiviteit, wat de Brexit betreft